WH-Questions

WH-Question Words
Wie
Van wie
Wat/welke
Welke
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

WH-Question Words
Wie
Van wie
Wat/welke
Welke
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe

Slide 1 - Diapositive

WH-Question Words
Wie
Van wie
Wat/welke
Welke
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe
... de woorden beginnen met WH!
Who
Whose
What
Which
Where
When
Why
How

Slide 2 - Diapositive

WH-Question Words
"Welke" kun je op twee manieren vertalen in het Engels, namelijk met "what" en met "which".
What movie did you go see?
Which shoes shall I wear? The red or blue ones?

Slide 3 - Diapositive

WH-Question Words
"Welke" kun je op twee manieren vertalen in het Engels, namelijk met "what" en met "which".
"what" gebruik je bij een open vraag met géén specifieke keuze, dus elk antwoord is mogelijk.
"which" gebruik je bij een vraag waar er gekozen moet worden tussen gegeven dingen.

Slide 4 - Diapositive

.......is that boy? My brother Tom

Slide 5 - Question ouverte

.....are you eating? An orange

Slide 6 - Question ouverte

......is your girlfriend? - On holiday in Spain

Slide 7 - Question ouverte

........did you call her last? - Yesterday

Slide 8 - Question ouverte

......colour are your eyes? Mine are blue

Slide 9 - Question ouverte

.....ankle did you sprain? My left one

Slide 10 - Question ouverte

......glas was mine? This one or that one? That one

Slide 11 - Question ouverte

Snap je het? Teken één van onderstaande smileys!
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage