2HV: Chapitre 4: chp 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui, c'est le ...

La révision

	Objectif	Vocabulaire	Grammaire
Chapitre 1	Vertellen over je vakantie en over wat je hebt gedaan	- Vakantie - Weer - Nationaliteiten - Activiteiten	- Passé composé (VT) - Bezittelijk vnw
Chapitre 2	Vertellen over je familie en over je huis	- Familie - Dieren - Eigenschappen - Huis	- Bijvoeglijk naamwoord - Werkwoorden op -er
Chapitre 3	Kleding kopen en iemand beschrijven	- Kleding - Getallen t/m 1000 - Vrije tijd - Winkelen	- aanwijzend vnw - pouvoir: kunnen/mogen - vouloir: willen

J'ai été en Grèce et en Suisse et toi.......??

Welke zin staat in de voltooide tijd?

1. ik heb gespeeld
2. ik speelde
3. ik zal spelen

Hoe maak je een Passé composé?

1. avoir
2. aller + ww op é
3. faire + ww op é
4. avoir + ww op é

Passé composé 

- Présent : Heden ( ik zing)

- Passé composé: Voltooid tegenwoordige tijd ( ik heb gezongen)

- Présent: Je chante

- Passé composé: J'ai chanté

Passé composé

Iets dat in het verleden is afgerond = voltooid tegenwoordige tijd

ik heb gegeten = j'ai mangé

ik ben gegaan = je suis allé

Passé Composé

Onderwerp + Hulpwerkwoord + Voltooid deelwoord 

 Hulpwerkwoord: être & avoir

Onregelmatige vormen

De volgende voltooide deelwoorden moet je uit je hoofd leren!

• avoir     -->    eu  (gehad)        Tu as eu (jij hebt gehad)
  
  
• être       -->    été (geweest)   Nous avons été (wij zijn geweest)
  
  
• faire      -->    fait  (gedaan/gemaakt)   
  Elles ont fait (zij hebben gemaakt)

Jullie hebben gegeten.

1. Vous avez mangée
2. Vous mangé
3. Vous avez mange
4. Vous avez mangé

Zij hebben in de supermarkt gewerkt (travailler)

Wij hebben gegamed

U heeft televisie gekeken

Le programme

	Semaine 6	Semaine 7
Cours 1	Oefentoets Chapitre 3	Lundi: Carnaval
Cours 2	Le pont A: Chapitre 1	Le pont A: Chapitre 1 à 3
Cours 3	Le pont A: Chapitre 1 & 2	Lecture & uitleg PO Chapitre 3

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord in het Frans