Europa verovert de wereld

1 / 27
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Had de Belgische Opstand in 1830 succes?
A
Ja, er kwam een eigen koninkrijk.
B
Nee,Nederland was veel sterker
C
Nee, 1839 erkende Nederland pas dat België onafhankelijk was.
D
Ja, 1839 erkende Nederland pas dat België onafhankelijk was.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Wat is een gevolg van de Belgische Opstand van 1830?
A
België wordt onafhankelijk van Nederland in 1839
B
Vanaf 1830 komt het nationalisme op
C
Napoleon wordt definitief verslagen te Waterloo
D
Dat een gedeelte van België de Franse taal ging spreken

Slide 5 - Quiz

wanneer was de Belgische opstand?
A
1825
B
1830
C
1815
D
1803

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Kolonialisme is hetzelfde als imperialisme
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is géén reden waarom India als kolonie belangrijk was voor Groot-Brittannië?
A
De Britten verkochten producten uit hun textielfabrieken in India
B
De Britten wilden uit India grondstoffen als katoen, jute en indigo halen voor hun industrie
C
India was een zeer grote kolonie. Dit zorgde er onder andere voor dat Groot-Brittannië een machtig land was
D
De Britten wilden Indiase werknemers naar Engeland halen om als slaven te gebruiken

Slide 9 - Quiz

Op welke manier werd Nederlands-Indië een kolonie van het Koninkrijk der Nederlanden?
A
Nederland veroverde de kolonie op Groot-Brittannië
B
Nederlands-Indië ontstond toen de VOC handelsposten in het gebied vestigde
C
Tijdens het Congres van Wenen werd besloten dat Nederland de gebieden in Oost-Indië kreeg
D
Toen de VOC failliet ging, nam de Nederlandse regering de bezittingen van het bedrijf over

Slide 10 - Quiz

Wat is kolonialisme?
A
Een stuk land innemen om je eigen land uit te breiden
B
Overheersing van een kolonie om eraan te verdienen
C
Verkennen van de nieuwe wereld (Amerika)
D
Handel drijven met overzeese gebieden

Slide 11 - Quiz

Wat is Modern Imperialisme?
A
Snelle technologische vooruitgang
B
Agressief nationalisme
C
Moderne wetenschap
D
Streven naar zoveel mogelijk kolonies.

Slide 12 - Quiz

Welke uitspraak over modern imperialisme is niet waar? Modern imperialisme..
A
..draaide uit op meer Europese samenwerking.
B
..was het streven van Europese (groot)machten naar een wereldrijk.
C
..leidde tot het stichten van koloniën in vooral Afrika en Azië.
D
..zorgde voor spanningen in Europa.

Slide 13 - Quiz

Wat is nationalisme?
A
Tegen revolutie, een beroep op traditie en weinig verandering
B
Economische vrijheid
C
Gelijkheid en broederschap
D
Trots zijn op je eigen cultuur, land en geschiedenis

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van het kolonialisme?
A
Periode van 15e eeuw t/m ongeveer 1850
B
Het volledige land onder Europees bestuur
C
Handel op gelijke voet met lokale bevolking
D
Handelsposten langs de kusten

Slide 15 - Quiz

Noem 2 landen die een kolonie waren van Nederland

Slide 16 - Question ouverte

Door het verdwijnen van het Cultuurstelsel brak het Liberale tijdperk aan. Wat hield dit in?
A
Grote bedrijven vestigde zich in Nederlands-Indië
B
Nederland stopte met het bestuur van de kolonie
C
Liberalen werden de baas in de kolonie

Slide 17 - Quiz

In 1858 werd Brits-Indië een Engelse kolonie.

Om welke reden merkten de inwoners weinig van deze verandering in het bestuur?
A
De bevolking sprak geen Engels en kon Engelse mededelingen niet lezen
B
De fabrieksbazen kregen orders van de Britse ambtenaren en voerden die uit
C
De Britse ambtenaren bestuurden het land indirect via de plaatselijke adel
D
De Britse regering stuurde geen Britse soldaten of ambtenaren naar de kolonie

Slide 18 - Quiz

Om welke reden 'bezat' Nederland de kolonie Indonesië?
A
Als handelspost in Azië
B
Voor machtsuitbreiding
C
Om rijk te worden aan de producten
D
Om de kolonie op te voeden en te besturen

Slide 19 - Quiz

eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Opkomst particuliere bedrijven in Nederlands-Indië
VOC-gebieden worden Nederlands-Indië
oprichting VOC
invoering Cultuurstelsel
VOC failliet

Slide 20 - Question de remorquage

Welke producten passen bij de VOC?
VOC

Slide 21 - Question de remorquage

Wat is het cultuurstelsel?
A
Producten die verbouwd worden en verkocht aan landen
B
Regels voor boeren in Indië om producten te verbouwen voor NL
C
Het culturele erfgoed van andere landen
D
Afspraken die gemaakt zijn zodat alle boeren dezelfde winst krijgen

Slide 22 - Quiz

Abolitionisme is
A
Een ziekte die veel slaven kregen
B
Het discussieren over "zwarte piet"
C
Het in opstand komen van de slaven (Tula)
D
Het streven naar afschaffing van slavernij

Slide 23 - Quiz

Wat is
slavernij?
A
Tegen je wil iets moeten doen, onder dwang van geweld.
B
School, huiswerk en mijn kamer opruimen
C
Iets moeten doen met tegenzin
D
Vreselijk hard moeten werken voor weinig geld

Slide 24 - Quiz

Wat was de aanleiding van Slavernij?
A
Er was oorlog met Afrika.
B
Er waren te weinig bewoners in Amerika.
C
Mensen wilden slaven voor thuis.
D
Er waren te weinig arbeiders.

Slide 25 - Quiz

Wat betekent racisme?
A
Het idee dat je beter bent dan iemand anders
B
Het idee dat er mensenrassen zijn waarvan het ene beter is dan het andere
C
Plotselinge en gewelddadige overname van de macht
D
Geen van de genoemde antwoorden zijn juist

Slide 26 - Quiz

Nederland verbood slavernij in Indonesië in 1860 en verbood de slavernij in Suriname in 1863.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz