2.1 Steeds meer mensen

2.1 Steeds meer mensen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.1 Steeds meer mensen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 2.1 
Je weet wat bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid is.
  • Je begrijpt waarom er steeds meer mensen op de Aarde komen. 
  • Je kunt een bevolkingsgrafiek aflezen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Waarom veel kinderen in arme landen:
1: Je wordt dan in die landen als belangrijker gezien
2: Kinderen moeten vaak meewerken om geld te verdienen
3: Er worden minder voorbehoedsmiddelen gebruikt
4: Veel kinderen sterven jong, dus meer kinderen helpen je later als je oud bent 

Slide 6 - Diapositive

Hoe zijn de mensen over de aarde verdeeld?
Bevolkingsdichtheid: het gemiddelde aantal mensen per vierkante km.

Bevolkingsspreiding: de manier waarop mensen verspreid zijn over een gebied. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is het verschil tussen bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid?
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

In arme landen hebben mensen vaak grote gezinnen. Waarom?
timer
2:30

Slide 10 - Question ouverte

Steeds drukker...
Er komen op aarde steeds meer mensen bij door...:
- Het grote aantal geboorten, per minuut 120 mensen!! (300 geboren, 180 sterven)
- levensverwachting hoger: mensen worden ouder. Nu 72 jaar gemiddeld. Vroeger (1950) was dat 48 jaar wereldwijd!

Slide 11 - Diapositive

Steeds meer mensen =
meer verhuizen 





Als je in een ander land komt wonen heet dat immigratie

Slide 12 - Diapositive

Redenen om te migreren
 Pushfactor = wegduwen, om weg te gaan.
Pullfactor = aantrekken, om ergens heen te gaan.

1. Politiek (veiligheid)
2. Economisch (werk/geld)
3. Ecologisch (milieu)
4. Sociale redenen (familie)

Slide 13 - Diapositive

Wat is GEEN reden voor de bevolkingsgroei?
A
In arme landen krijgen veel mensen meer kinderen
B
Hogere levensverwachting
C
Meer geboorten dan sterfgevallen
D
Andere voedselverdeling voor rijke en arme landen

Slide 14 - Quiz