7.3 Brandwonden

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we vorige week geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les...
  • Kun je verschillende soorten brandwonden herkennen
  • Kun je kenmerken van een eerste, tweede én derdegraads brandwond benoemen
  • Weet je hoe je iemand met een brandwond kunt helpen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van
brandwonden?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerstegraads brandwonden
  • Pijnlijk
  • Huid is rood en dikker dan normaal

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou jij doen bij een eerstegraads brandwond?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerst water, de rest komt later!
  • Lauw, zachtstromend water (niet direct op de wond)

Wat zou je doen als er geen kraan in de buurt is?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Koelen met lauw, zachtstromend water
  • Tijdens het koelen kun je de sieraden af doen
  • Alleen kleding verwijderen die niet vastgeplakt zit
  • Kleding die vastgeplakt zit moet je nat houden
  • Het slachtoffer geruststellen
Wat moet je altijd doen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan herken je een eerstegraads brandwond?
A
De huid is rood en dik en het doet pijn
B
Er zijn blaren met geel vocht
C
De huid is zwart en doet heel veel pijn
D
het slachtoffer voelt geen pijn

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je bij een eerstegraads brandwond?
A
Je koelt het met ijs
B
Je plakt de brandwond af met huishoudfolie
C
Je koelt het onder lauw, zacht stromend water
D
Je brengt het slachtoffer naar het ziekenhuis

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tweedegraads brandwonden
  • Zeer pijnlijk
  • Huid is rood en dikker dan normal
  • Er ontstaan blaren met geel vocht

Wat zou je doen bij een tweedegraads brandwond?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Koelen, minstens 10 minuten 
  • De brandwond losjes afdekken 
  • Slachtoffer naar de huisarts brengen

Let op! 
De blaren mag je niet doorprikken!
Wat te doen bij een 
tweedegraads brandwond:

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan herken je een tweedegraads brandwond?
A
De huid is rood en dik en het doet pijn
B
Er zijn blaren met geel vocht
C
De huid is zwart en doet heel veel pijn
D
het slachtoffer voelt geen pijn

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat mag je absoluut niet doen bij een tweedegraads brandwond?
A
Koelen met lauw water
B
De blaren door prikken
C
Afdekken met huishoudfolie
D
De sieraden af doen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar:
Bij een tweedegraads brandwond breng je iemand naar de huisarts toe.
Waar!!
Niet waar, koelen is hierbij genoeg

Slide 17 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Derdegraads brandwond
  • Geen pijn, de zenuwen zijn verbrand
  • Huid om de wond heen is wel pijnlijk
  • Vuur?  zwarte huid
  • Water?  grijze / witte huid

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken verbranding.

Eerstegraads verbranding:
De huid is niet stuk, soms opgezwollen, rood/ roze verkleurde, droge huid, prikkelend tot pijnlijk gevoel


Oppervlakkig tweedegraads brandwond:
Opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid, glazende/ rode huid, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel
Tweedegraads brandwond:
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond, roodwitte kleur, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel


Derdegraads brandwond:
Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderuids vetweefsel, wit, beige tot donkerbruin van kleur, droog, nauwelijks pijnlijk, stug

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je bij brandwonden? 
Sleep de smiley naar het juiste plaatje!
Koud
Lauw
Heet

Slide 20 - Question de remorquage

Sleepopdracht:
Hier zie je Billy Brandkraan.

Als je je hand hebt gebrand, dan hou je deze onder de kraan.
Maar welke kraan is de goede?
De eerste kraan: het water is heel koud,
of de tweede kraan: het water is lauw,
of de derde kraan, het water is heet?

Sleep de smiley naar de juiste kraan.

Waaraan kun je verschillende brandwonden herkennen?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort brandwond doet het meeste pijn?
A
De eerstegraads brandwonden
B
De tweedegraads brandwonden
C
De derdegraads brandwonden

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je altijd doen tijdens het behandelen van een brandwond?
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
Koelen en de losse kleding en sieraden verwijderen
B
Je moet de kleding altijd uit de wond halen
C
Verkoelende zalf op de wond smeren
D
Kleding die vastgeplakt zit moet je nathouden

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat doe je als iemand een brandwond krijgt maar er geen kraan in de buurt is?
A
Dan doe je niks en wacht je tot de pijn weg gaat
B
Dan zoek je een andere waterbron, zoals een sloot
C
Dan blijf je zoeken tot je een kraan hebt gevonden

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet nu hoe te handelen bij brandwonden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions