Het onderwerp

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Taal

Het onderwerp

Het doel van de les:

Ik kan vertellen wat het onderwerp is.

Ik kan het onderwerp in een zin vinden.

Wat is de persoonsvorm (pv) en hoe vind ik deze?

Dus...

De kinderen stappen in de bus

Samen

Het meisje heeft rood haar.

De auto rijdt heel hard

Wat is het onderwerp in de zin?

1. hard
2. rijdt
3. De auto
4. heel

Mijn vriendin krijgt een beugel.

Wat is het onderwerp?

Gisteren heeft papa mijn fiets gemaakt.

Wat is het onderwerp?

Jurre en Daan gaan naar de film.

Wat is het onderwerp?

Zou Sara hem ook leuk vinden?

Wat is het onderwerp?

Zal het plan morgen lukken?

Wat is het onderwerp?

Jij beantwoordt nu de laatste zin.

Wat is het onderwerp?

Yes, je bent alweer bijna klaar!

Dus hoe vind je het onderwerp in een zin?

Hoe ging het?

1. Erg goed!
2. Wel goed, maar ik had wel wat foutjes.
3. Een beetje goed, ik snap het wel maar wil vaker oefenen.
4. Niet zo goed, ik snap het nog niet.

Goed gewerkt!

Je mag twee plusjes maken bij de les over het onderwerp.

'Dooeiii'