Hoofdstuk 3 WvSv

• Wet en regelgeveing
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 3 WvSv

wat staat er in het Wetboek van Strafvordering?

WvSv

de regels die gelen voor mensen die te maken hebben met een strafbaar feit

• politie
• burgers 
• verdachte

welke opsporingsambtenaren heb je?

Algemene opsporingsambtenaren

• OvJ ( meest invloedrijkste)
• Politie ( BEKENDSTE)
• KMAR 

De OvJ bepaald wat er met de verdachte moet gebeuren( 3 opties)

BOA'S

• boswachter
• controleur OV
• ambtenaar douane en accijnzen 

Als je te maken krijgt met een bedrijfsongeval op het object, van wie kun je dan bezoek verwachten?

Dwangmiddelen

• Aanhouden
• Staande houden
• In beslag nemen 
• onderzoek aan kleding
• onderzoek aan lichaam

Wanneer de verdachte door een rechter is veroordeeld waar verandert deze dan in?

Welke rechten heeft de verdachte?(3)

verdachte voordat de vervolging is aangevangen

• een verdachte moet aan 3 voorwaarden voldoen

1. feiten of omstandigheden 
2. een redelijk vermoeden van schuld
3. een strafbaar feit

Verdachte tegen wie de vervolging is gericht

boete of dagvaarden

Wat is dagvaarden?

aanhouden

verdachte van vrijheid beroven

( arresteren ) 

opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving

ART 53

Wat is het doel van aanhouden?

wat gebeurd er na aanhouding door de beveiliger met de verdachte?

• onverwijld overdragen ( direct/ onmiddellijk) (pg37)
• ten spoedigste (z.s.m.)

Is heterdaad overdraagbaar?

de OvJ controleert

• is de aanhouding volgend de regels? heterdaad (3)
• sprake van een verdachte  zoals beschreven in WvSv
• Is er sprake van een strafbaar feit
• kloppen de persoonsgegevens

welke 3 mogelijkheden zijn er na voorgeleiding?

in beslag nemen

wat is het verschil tussen in beslag nemen en in bewaring

wanneer mag je iets in beslag nemen ?

• bewijsmateriaal (het gestolen goed)
• wederrechtelijk voordeel kunnen aantonen
• verbeurd verklaard kunnen worden
• kunnen worden onttrokken aan het rechtsverkeer

fouilleren en onderzoek aan lichaam en kleding

onderzoek aan het lichaam en kleding  is een dwangmiddel

fouilleren is met toestemming

hoofdstuk 4 

WvSr

wat staat er in het wetboek van strafrecht?

In hoeveel hoofdstukken is het WvSrv ingedeeld en waar bestaan deze uit?

Waar staan de algemene bepalingen voor?

Welke algemene bepalingen zijn voor ons van belang?

Noem een aantal misdrijven

noem ten minste 3 verschillen tussen misdrijven en overtredingen

opzet en schuld

pak je boek erbij

1. Hoe zou je in je eigen woorden het begrip schuld omschrijven?
   
2. Wat wordt bedoeld met verwijtbaar?
   
3. Welke twee soorten van schuld kennen we?
   
4. Omschrijf zo uitgebreid mogelijk beide vormen van schuld, geef bij beide 2 voorbeelden. 

Medeplichtig

maken opdracht

algemene daderschap en poging