2M/B - 4.3 - W.O. 1

2M/B - 4.3


De Eerste Wereldoorlog



1914-1918

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

2M/B - 4.3


De Eerste Wereldoorlog



1914-1918

Slide 1 - Diapositive

Oorzaken
  1. directe oorzaak = aanleiding
  2. indirecte oorzaak = iets wat al langer speelt

Slide 2 - Diapositive

directe oorzaak WO I

1914: een Servische nationalist vermoord de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije in Sarajevo: kroonprins Franz Ferdinand.


Gevolg: kettingreactie van landen die elkaar de oorlog verklaren.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

indirecte oorzaken WO I
  1. Nationalisme = liefde voor je eigen volk, streven naar een

        eigen land/staat.

2.    Militarisme = verheerlijken van alles wat met het leger te

        maken heeft.

3.    Wapenwedloop = wie heeft de meeste en meest dodelijke wapens.

4.    Bondgenootschappen = landen die samenwerken, elkaar helpen als er

        oorlog uitbreekt.


Slide 5 - Diapositive

Welk beeld had men in 1914 over oorlog voeren?
  •  enthousiast
  •  wij zijn het best
  • de oorlog zou snel voorbij zijn (met kerst weer thuis)
  • veel vrijwillige aanmeldingen bij het leger
  • soort sportwedstrijd


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

de realiteit van WO I
  •  loopgraven-oorlog
  •  veel slachtoffers: 10 miljoen!
  •  nieuwe wapens (tanks, vliegtuigen, gifgas) zorgden voor veel slachtoffers
  •  gevecht om elke meter
  • duitsland had 2 fronten: in Belgie/noord Frankrijk en in Rusland
  •  1917: Rusland trekt zich terug
  •  1917: de VS komt meevechten met de Geallieerden
  • 1918: Duitsland en Oostenrijk geven zich over.
  • Nederland: koos geen partij en bleef dus neutraal.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

met een directe oorzaak wordt bedoeld ...... ?

Slide 11 - Question ouverte

met een indirecte oorzaak wordt bedoeld.... ?

Slide 12 - Question ouverte

Tot welk bondgenootschap hoorde Duitsland?
A
Geallieerden
B
Centralen
C
As-mogendheden
D
Duitse Bondgenootschap

Slide 13 - Quiz

Wat was de directe oorzaak voor het uitbreken van WO I?

Slide 14 - Question ouverte

Wapenwedloop =
A
Wedstrijd met gebruik van wapens
B
Wie heeft de meeste en beste wapens
C
Lopen met wapens
D
Wapenfabriekanten die wapens maken

Slide 15 - Quiz

Wat wordt bedoeld met "het front"?
A
De voorkant van een voorwerp
B
De grens tussen landen
C
De plek waar gevochten wordt
D
Een loopgraaf

Slide 16 - Quiz

In welk jaar gaan de VS meedoen aan geallieerde kant?
A
1916
B
1918
C
1914
D
1917

Slide 17 - Quiz

Wie waren de grote verliezers in WO I?
A
Frankrijk en Groot-Britannië
B
Rusland en de VS
C
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
D
Duitsland en Japan

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Verdrag van Versailles (1)

  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)

  • Duitsland moet kolonies afstaan

  • Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man

  • Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk

Slide 20 - Diapositive

Verdrag van Versailles (2)

  • Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)

  • Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben

  • Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)

  • Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive


Vrede van Versailles
28 juni 1919







Exact 5 jaar na de aanslag op Franz-Ferdinand 
door Gavrilo Princip is de oorlog voorbij.


Slide 23 - Diapositive


Verdrag?! Dictaat!




In Duitsland is grote onvrede en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles

Slide 24 - Diapositive

Vóór...
...na

Slide 25 - Diapositive

Zelf aan de slag

Lezen 4.3

maken 4.3

timer
5:00

Slide 26 - Diapositive