Ademhaling insecten

13.2 Ademhaling insecten
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

13.2 Ademhaling insecten

Slide 1 - Diapositive

Welkom!!!!
Telefoons in de telefoontas!
Niet praten als de docent aan het woord is.
Wij respecteren elkaar.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt de ademhalingsorganen van een insect noemen en hun functie beschrijven.
- Je kunt uitleggen dat er sprake is van een constante luchtstroom bij de ademhaling van insecten.
- Je kunt uitleggen waar de ademhalingsorganen van insecten in het lichaam zitten.

Slide 3 - Diapositive

Ademhalingsstelsel
Stigma→
←Trachee

Slide 4 - Diapositive

Ademhalingsstelsel
- Spiertjes bij stigmata
- Diffusie
- Dunne wanden
Stigma→
←Trachee

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ademhalingsstelsel
- Aanspannen van spieren
- Spieren ontspannen
- Tracheeën zijn dun

Slide 7 - Diapositive

Waar komt de zuurstof het lichaam van een insect binnen?
A
Tracheëen
B
kieuwen
C
Stigma
D
Trageëen

Slide 8 - Quiz

Hoe komt de lucht in de stigmata?
A
Het insect schudt zijn lichaam heen en weer. De lucht wordt uit de stigmata geschud.
B
Spieren in het achterlijf trekken samen en ontspannen, waardoor de lucht naar binnen en buiten wordt geperst.
C
Hij ademt in met zijn longen.
D
Als hij vliegt of beweegt wordt de lucht vanzelf door de stigmata heen geduwd.

Slide 9 - Quiz

Waar gebruiken die insecten lucht eigenlijk voor?
A
Ze zetten de zuurstof door middel van verbranding om in energie.
B
Ze gebruiken de lucht eigenlijk niet; ze doen het voor de lol.
C
Insecten kunnen niet zweten, en om te voorkomen dat ze te warm worden wordt het lichaam verkoeld met deze lucht.
D
Door de aanwezigheid van veel lucht wordt het lichaam in verhouding lichter en kunnen de insecten gemakkelijk vliegen en zichzelf dragen op hun dunne pootjes.

Slide 10 - Quiz

Insecten hebben een constante luchtstroom. Wat houdt dat in?
A
De lucht wordt na het inademen direct uitgeademd.
B
De lucht in een insect is constant in beweging: hij komt via de stigmata naar binnen en stroomt door het hele lichaam terwijl er steeds nieuwe lucht bijkomt.

Slide 11 - Quiz

Hoe heten de ademhalingsorganen van een insect?
A
stigmata en tracheeën
B
dedifusie en stigma
C
stigmata en dedifusie
D
tracheeën en dedifusie

Slide 12 - Quiz

Vragen?
Heeft iemand nog vragen over deze les?

Slide 13 - Diapositive

Tot volgende week!!!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive