3. Horen en zien

B3: Horen en zien
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B3: Horen en zien

Slide 1 - Diapositive

Een zintuig is een orgaan dat impulsen opvangt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

De cellen in de hoornlaag zijn...
A
Levend
B
Dood

Slide 3 - Quiz

Annette pakt haar pen op.
Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

In welke laag zitten de tastzintuigen?
A
Kiemlaag
B
Opperhuid
C
Hoornlaag
D
Lederhuid

Slide 5 - Quiz

Tekst
gezichts- zintuig
gehoor- zintuig
reuk- zintuig

tast- zintuig

smaak- zintuig
evenwichts-zintuig

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is een drempelwaarde?
A
De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
B
De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
C
De hoogste prikkel waarbij de hersenen reageren
D
De laagste prikkel waarbij de hersenen reageren

Slide 7 - Quiz

B3: Horen en zien
Leerdoelen
  • Ik kan de delen van het oor benoemen met hun functie 
  • Ik kan de bouw en werking van het oog beschrijven

Slide 8 - Diapositive

Onderdelen Oor

Slide 9 - Carte mentale

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Evenwichtsorgaan en gehoororgaan

Trommelvlies wordt in trilling gebracht door geluid

Slide 10 - Diapositive

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Evenwichtsorgaan en gehoororgaan

Trommelvlies wordt in trilling gebracht door geluid

Slide 11 - Diapositive

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Trommelvlies geeft trilling door aan gehoorbeentjes - vloeistof in slakkenhuis

In slakkenhuis zitten de zintuigcellen!

Slide 12 - Diapositive

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Buis van eustachius is verbonden met keelholte

Dit zorgt ervoor dat de trommelvlies goed kan blijven trillen

Slide 13 - Diapositive

Wat is de functie van de oorschelp?
A
Geluid opvangen
B
Esthetisch (mooi)
C
Bescherming

Slide 14 - Quiz

Waar in het oor zitten de gehoorzintuigcellen?
A
Gehoorgang
B
Trommelholte
C
Slakkenhuis

Slide 15 - Quiz

Welke twee holten worden verbonden door de buis van Eustachius?

Slide 16 - Question ouverte

Welk onderdeel trilt wanneer het oor geluid opvangt?
A
Ovale Venster
B
Gehoorbeentjes
C
Trommelvlies
D
A,B én C

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Opdrachten 1, 2, 7 van 5.3
Klaar -> Lees de rest van de paragraaf (over het oog) goed door

Slide 18 - Diapositive

B3: Horen en zien
Leerdoelen
  • Ik kan de delen van het oor benoemen met hun functie 
  • Ik kan de bouw en werking van het oog beschrijven

Slide 19 - Diapositive

B3: Horen en zien
De bouw van de ogen
Door de pupil komt licht het oog binnen

Achter de pupil ligt de lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien

Slide 20 - Diapositive

B3: Horen en zien
De bouw van de ogen
Het oog bestaat uit drie lagen: 
  • harde oogvlies
  • vaatvlies
  • netvlies

Slide 21 - Diapositive

Hoe heet onderdeel 4?

Slide 22 - Question ouverte

Barbara heeft bruine ogen.
Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

B3: Horen en zien
De bouw van de ogen
In het netvlies ligt de gele vlek: hiermee kun je het scherpst zien

De plek waar de oogzenuw het oog verlaat is de blinde vlek

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

B3: Horen en zien
De pupilrelfex
Regelt de hoeveelheid licht die het oog binnen valt

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Bij fel licht is de pupil...
A
klein
B
groot

Slide 31 - Quiz

B3: Horen en zien
De werking van de ogen
De lens kan boller en platter worden, zodat het licht precies op het netvlies valt

Slide 32 - Diapositive

B3: Horen en zien
De werking van de ogen
Bijziend: ziet dichtbij scherp.
De lens is te bol (Holle lens/negatief)

Verziend: ziet in de verte scherp.
De lens is te plat  (Bolle lens/positief)

Slide 33 - Diapositive

Als je bijziend bent heb je dan een + of - bril nodig?
A
+
B
-

Slide 34 - Quiz

B3: Horen en zien
Verdieping

Bijziend: ziet dichtbij scherp
  • negatieve bril nodig

Verziend: ziet in de verte scherp
  • positieve bril nodig

Slide 35 - Diapositive

B3: Horen en zien
Leerdoelen
  • Ik kan de delen van het oor benoemen met hun functie 
  • Ik kan de bouw en werking van het oog beschrijven

B3:  3, 4, 5, 6, 8 -> Huiswerk

Meer uitdaging?   -> 9, 10

Slide 36 - Diapositive