§4.1 Een belangrijke speler op het wereldtoneel

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Planning

Mededelingen

Uitleg deel 1

Aan de slag

Einde

Paragraaf 1: Een belangrijke wereldspeler op het toneel

LEERDOELEN:

1. Je kunt benoemen uit welke gebieden Het Verenigd Koninkrijk bestaat.

2. Je kunt chronologisch beschrijven de tijdsperioden van kolonisatie, dekolonisatie en neo-kolonisatie.

3. Je kunt verklaren hoe de Industriele Revolutie in Engeland is ontstaan en welke gevolgen de de-industriealisatie heeft gehad.

4. Je kunt uitleggen op welke wijze Engeland in de 20e eeuw een multicultureel land is geworden.

5. Je kent de inhoudelijke betekenis van de begrippen uit het leerboek en basisboek.

Bevolking

VK: vier landen

65 miljoen inwoners

veel verschillende bevolkingsgroepen

veel culturen

Groei van rijk

Vanaf 16e eeuw begonnen ze met koloniseren

Doel: rijkdom en macht verkrijgen

Land van de industrialisatie

Eind 18e eeuw : Industriële revolutie

Massaproductie werd mogelijk

Gevolg: grote stijging van productie steenkool en textiel

https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wat-was-de-industriele-revolutie/#q=stoommachine

Ineenstorting rijk

• 20e eeuw: dekolonisatie
• Gemenebest van naties: 53 landen die gingen samenwerken
• Verschuiving van industrie naar diensten, gevolgen:
  
• verschillen tussen arm en rijk en veel mensen migreerden naar VK

Wat is immigratie

Brexit en immigratie

Veel migratie naar VK. Waarom?

Voor- en nadelen?

Door de Brexit hebben ze in het Verenigd Koninkrijk nu te weinig arbeiders

nos.nl

Paragraaf 1: Een belangrijke wereldspeler op het toneel

LEERDOELEN:

1. Je kunt benoemen uit welke gebieden Het Verenigd Koninkrijk bestaat.

2. Je kunt chronologisch beschrijven de tijdsperioden van kolonisatie, dekolonisatie en neo-kolonisatie.

3. Je kunt verklaren hoe de Industriele Revolutie in Engeland is ontstaan en welke gevolgen de de-industriealisatie heeft gehad.

4. Je kunt uitleggen op welke wijze Engeland in de 20e eeuw een multicultureel land is geworden.

5. Je kent de inhoudelijke betekenis van de begrippen uit het leerboek en basisboek.

Aan de slag!

Jullie gaan bezig met de opdrachten van §4.1: 2, 3, 5, 6 en 7

Hier krijg je één of twee lessen voor