Thuiswerkles - 1A1/ 1C1- 18 mei
1 / 33
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Waarom is het meisje zo blij?
A
Er is uitverkoop.
B
Ze komt bij haar favoriete winkel.
C
Er is goedkope tweedehands kleding.
Slide 7 - Quiz
Wat betekent Ça, c'est ma pointure?
A
Dat is een leuke schoen.
B
Dat is mijn smaak.
C
Dat is mijn maat.
Slide 8 - Quiz
Welke woorden horen bij dit fragment?
A
rood, groen en wit
B
etalages, merken,
T-shirt, rugtas
C
Parijs, nieuwe collectie, creditcard
Slide 9 - Quiz
Wat vinden de vriendinnen van het jurkje?
A
leuk
B
stom
C
duur
Slide 10 - Quiz
Wat komt er in het fragment NIET voor?
A
Dit staat me heel leuk.
B
Mag ik een andere proberen?
C
Is het niet een beetje te groot?
Slide 11 - Quiz
Plein de gens, plein de styles betekent:
A
Zoveel mensen, zoveel smaken.
B
Jongeren hebben hun eigen stijl.
C
De meeste mensen hebben geen stijl.
Slide 12 - Quiz
Zoek een sleep de vertaling naar de goede plek.
soldes
=
regarde
essayer
une vitrine
cher
=
=
=
=
uitverkoop
duur
kijk
etalage
passen
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Lien
En? Wat is je score?
Slide 17 - Sondage
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Lien
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Lien
En? Wat is je score?
