Symbolisme, jugendstil, Expressionisme, Kubisme

• Beeldende vorming
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Impressionisme

1870 - 1905

Schilderen van een impressie = indruk, weergeven van een moment.

Pointillisme

Het geheel is opgebouwd uit puntjes en het gebruik van zuivere kleuren. 

Symbolisme

Betekenis staat centraal. 

Gebruik van heldere kleurvlakken en decoratieve lijnen.

Invloed op expressionisme en art nouveau.

Jugendstil/ Art Nouveau

reactie op het impressionisme

voornamelijk in architectuur en schilderkunst

staat bekend als een dure stijl

Kenmerken:

• vormen die afgeleid zijn uit de natuur
  
• sierlijk en organisch
  

Expressionisme

1905-1920

Uitgangspunt is persoonlijke beleving.

Werkelijkheid vervormd of schematisch. Bonte kleuren.

Fauvisme

Felle kleuren (soms omlijnd)

Geen ruimtesuggestie

"De schilders versieren het vlak als het ware, de uitbeelding hoeft niet natuurgetrouw te zijn."

Die Brücke

Globale weergave vormen

Subjectieve beleving

Warm-koud contrast

Stad van boven

Der blaue reiter

Vervreemding

Eenheid in landschap door kleurvlakken

Blauw is symbolische kleur voor mannelijkheid

Amsterdamse school

Sociale woningbouw

Woonpaleizen voor de gewone arbeider 

Decoratief metselwerk met verschillende kleuren baksteen 

Kubisme

Kubisme

reactie op fauvisme (felle kleuren en vlakke vormen)

kunstenaars wilden breken met de bekende manier van kunst maken en de werkelijkheid naar eigen hand zetten

Kenmerken:

• in 1 schilderij zie je meerdere aanzichten/standpunten
  
• grijzige tonen (kleur, weinig kleurgebruik)
  
• eenvoudige primitieve vormgeving (geinspireerd op primitieve kunst)
  

gebruik van geometrische vormen

Kenmerken van Jugendstil zijn organische vormen in tonale kleuren

1. Waar
2. Niet Waar