herhaling Zorg en begeleiding van chronisch zieke zorgvrager
Zorg en begeleiding van chronisch zieke zorgvrager
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Zorg en begeleiding van chronisch zieke zorgvrager
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Korte herhaling over: zorg en begeleiding van chronisch zieke zorgvrager
Slide 2 - Diapositive
Basisbegrippen
We hebben het gehad over basisbegrippen van de ouderenzorg. Weten jullie ze nog?
Slide 3 - Diapositive
Gerontologie is....
A
Het normale proces van ouder worden
B
Het normale geestelijke proces van ouder worden
C
Lichamelijke problemen bij ouder worden
D
Psychische problemen bij ouder worden (bv dementie)
Slide 4 - Quiz
Psychogeriatire is....
A
Het normale proces van ouder worden
B
Het normale geestelijke proces van ouder worden
C
Lichamelijke problemen bij ouder worden
D
Psychische problemen bij ouder worden (bv dementie)
Slide 5 - Quiz
Geriatrie is....
A
Het normale proces van ouder worden
B
Het normale geestelijke proces van ouder worden
C
Lichamelijke problemen bij ouder worden
D
Psychische problemen bij ouder worden (bv dementie)
Slide 6 - Quiz
Psycho Gerontologie is....
A
Het normale proces van ouder worden
B
Het normale geestelijke proces van ouder worden
C
Lichamelijke problemen bij ouder worden
D
Psychische problemen bij ouder worden (bv dementie)
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat betekent dubbele vergrijzing?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Welke oorzaak van de huidige vergrijzing zien we hier?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Aspecten van veroudering
Endogene factor: het zit in de genen
Bijv.: rimpels, grijze haren
Exogene factoren: Omgeving bijv.: leefstijl de culture, sociale en persoonlijke factoren
Slide 14 - Diapositive
Wanneer spreken we over chronisch zieken?
Slide 15 - Question ouverte
Chronisch zieken
Een ziekte waarbij minstens 6 maanden of tenminste 3 periodes aanwezig zijn waarbij het lichamelijk, geestelijk of sociaal welbevinden niet optimaal is.
Noem enkele voorbeleden?
Slide 16 - Diapositive
Welke fases zijn er in het verloop van een chronische ziekte?
Slide 17 - Question ouverte
Prodromale fase
Voorafgaande fase
Eerste symptomen
Bij vage klachten duurt het langer voordat er hulp wordt gezocht
mensen gaan eerst zelf huismiddeltjes of zelfzorgmedicijnen proberen
Slide 18 - Diapositive
Diagnostische fase
Artsen proberen in deze fase te bepalen wat de oorzaak van de verschijnselen is.
Verschillende onderzoeksmethoden.
Is vaak een fase van angst en onzekerheid voor de zorgvrager
Slide 19 - Diapositive
Behandelfase
In veel gevallen is er sprake van een behandeling
kan als doel hebben om verdere verslechtering te voorkomen of enige verbetering tot stand te brengen
Slide 20 - Diapositive
Chronische fase
De behandeling leidt niet meer tot verder herstel
Er moet evenwicht gezocht worden tussen medicatie en therapie
De zorgvrager moet leren omgaan met de situatie en een nieuwe levensstijl accepteren
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Dagbesteding in een verpleeghuis is een vorm van intramurale zorg.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Zorg aan specifieke categorien clienten
Dichtbij het terrein van een instelling
Psychogeriatrische problematiek
Cliënten wonen met elkaar in huis
Behandeling van geriatrische problematiek
GAAZ
Beschut wonen
Categorale instelling
GGZ
Beschermd wonen
Slide 24 - Question de remorquage
Slide 25 - Diapositive
Vraaggestuurde zorg
Slide 26 - Diapositive
Wat betekent het begrip vraaggestuurde zorg?
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Normale proces van ouder worden
Slide 29 - Diapositive
Hypertensie is een....
A
Lichamelijk gevolg van ouder worden
B
Geestelijk gevolg van ouder worden
C
Sociaal gevolg van ouder worden
D
Verborgen gevolg van ouder worden
Slide 30 - Quiz
Veranderende rollen is een....
A
Lichamelijk gevolg van ouder worden
B
Geestelijk gevolg van ouder worden
C
Sociaal gevolg van ouder worden
D
Verborgen gevolg van ouder worden
Slide 31 - Quiz
Alcoholisme is een....
A
Lichamelijk gevolg van ouder worden
B
Geestelijk gevolg van ouder worden
C
Sociaal gevolg van ouder worden
D
Verborgen gevolg van ouder worden
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Welke cognitieve functies kennen jullie?
Slide 34 - Carte mentale
Slide 35 - Diapositive
Dementie
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Apraxie betekent....
A
Dat je de woorden niet goed meer kan vinden
B
Dat je vaardigheden niet meer uit kunt voeren
C
Dat je mensen in je omgeving niet meer herkent
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
De grootste groep dementerenden heeft vasculaire dementie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 41 - Quiz
Lewy Body dementie is....
A
een dementie die ontstaat door hart- en vaatziekten
B
Een dementie die ontstaat door Parkinson
C
Een dementie die ontstaat door opstapeling van eiwitten
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Diapositive
Door middel van geuren, proeven en muziek contact maken