Oriëntatie op Ondernemerschap Les 5

Oriëntatie op Ondernemerschap Les 5
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Oriëntatie op Ondernemerschap Les 5

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
- Hoe kom je aan geld?
- Meest gekozen bedrijfsvorm
- Risico's van ondernemers en hoe dek je ze af?
- Hoe ga jij jouw bedrijf straks noemen?
- Met welke regels en wetten dienst er rekening gehouden worden?
- Wat wordt jouw belangrijkste doelgroep?
- SWOT-Analyse

Slide 2 - Diapositive

Hoe kom jij aan geld als jij het zelf niet hebt?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe kom ik aan geld?
Als jij een ondernemer wilt worden, maar je hebt zelf niet genoeg geld om te beginnen dan zijn er verschillende manieren om aan geld te komen. Je kunt geld lenen. Dit kan op drie manieren:
- Lenen van familie/vrienden
- Crowdfunding
- Geld lenen bij een bank

Slide 4 - Diapositive

Lenen bij familie/vrienden
De grootste groep leent bij bekenden zoals familie en vrienden. Dit kan een lening zijn of de familie/vrienden worden mede-eigenaar. 
Ookwel FFF genoemd. (Friends, Family and Fools) Fools = Gekken. Eigenlijk ben je gek als je leent aan een vriend/familielid voor een bedrijf, omdat je geen verstand hebt van een bedrijf en het geen garantie op succes heeft. 

Pas op! Geld lenen van familieleden kan zorgen voor een slechte relatie als het niet goed wordt terugbetaald. Leen daarom maximaal een bedrag dat jij zeker kan terugbetalen.

Slide 5 - Diapositive

Crowdfunding
Jezelf laten financieren door een grote groep mensen
(The Crowd). Dit kan op drie manieren:
- Geld lenen, wat je later in fases of in 1x terugbetaald
- Een klein deel van de aandelen verkopen aan 'the crowd' waardoor ze mede-eigenaar worden.
- Mensen eerst het product laten kopen en pas laten maken als er genoeg verkocht is.

Dikgedrukt = vaakst gekozen

Crowdfunding kan via crowdfundingwebsites, maar ook door zelf oproepen en filmpjes te plaatsen op social media.


Slide 6 - Diapositive

Geld lenen bij een bank of Qredits
Je kunt natuurlijk ook naar een bank stappen en het volgende doen:
- Geld lenen
- Afspreken dat je een bepaald bedrag mag rood staan. 
Vaak willen banken geen geld lenen aan startende ondernemers.

Daarvoor is Qredits opgericht. Dit bedrijf leent geld aan startende ondernemers en helpen hen met het schrijven van hun ondernemingsplan en hebben coaches die helpen bij het tot een succes maken van je bedrijf.

Slide 7 - Diapositive

Welke manier van financiering zou jij kiezen?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de meest gekozen bedrijfsvorm?
Rechtsvormen verschillen op 4 punten:
- Wat je moet doen voor en na je start
- Wat het jaarlijks kost
- Waarvoor je wel of niet aansprakelijk bent
- Hoe je belasting moet betalen, en hoeveel?

Bedrijfsvormen:
- Eenmanszaak
- VoF (Vennootschap onder firma)
- BV (Besloten Vennootschap)
- NV (Naamloze Venootschap)



Slide 9 - Diapositive

Eenmanszaak
Je bent de enige rechtelijke/wettelijke eigenaar. 
- Je verplichtingen voor de start:
Buiten melden aan de Kvk dat jij begint hoef je niks te doen.
- Je verplichtingen na de start:
Administratie bijhouden en elk kwartaal btw-aangifte doen.
- De jaarlijkse kosten:
Administratie kan je vaak zelf doen, dus iemand inhuren hoeft vaak niet.
- Aansprakelijkheid:
100% aansprakelijk. Je bent met je eigen privévermogen aansprakelijk voor eventuele schulden.
- Belasting:
Inkomensbelasting (Dezelfde belasting die loonwerkers betalen)


Slide 10 - Diapositive

Vennootschap onder Firma (VoF)
Je bent met minimaal 2 personen wettelijk/rechtelijke eigenaar van het bedrijf.
- Je verplichtingen voor de start:
Buiten melden aan de Kvk dat jij begint hoef je niks te doen.
- Je verplichtingen na de start:
Administratie bijhouden en elk kwartaal btw-aangifte doen.
- De jaarlijkse kosten:
Administratie kan je vaak zelf doen, dus iemand inhuren hoeft vaak niet.
- Aansprakelijkheid:
100% aansprakelijk. Je bent met je eigen privévermogen aansprakelijk voor eventuele schulden.
- Belasting:
Inkomensbelasting (Dezelfde belasting die loonwerkers betalen)

Slide 11 - Diapositive

Besloten Vennootschap (BV)
Met meerdere mensen een bedrijf starten zonder (privé) verantwoordelijk te zijn door ander gemaakte afspraken.  Je kan wel meer 'gedoe' verwachten dan bij een eenmanszaak en VoF.
- Je verplichtingen voor de start:
Kost meestal tussen de €500 en €1000 om te beginnen.  Er moet namelijk een officieel document gemaakt worden door een notaris. Verder heb je geen startbudget meer nodig.
- Je verplichtingen na de start:
Je moet als ondernemer zelf in loondienst voor jouw BV.  Elke maand aangifte loonbelasting doen, elk kwartaal btw aangifte, elk jaar winstaangifte, elk jaar als directeur aangifte doen voor inkomstenbelastingen, elk jaar financieel rapport bij KvK inleveren.
- De jaarlijkse kosten:
Kosten van een boekhouder
- Aansprakelijkheid:
NIET privé aansprakelijk.
- Belasting:
Voor belasting ben je werknemer en betaal je meer belasting dan andere ondernemingen, bij veel winst mogelijkheid tot minder belasting.

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn risico's van ondernemen?

Slide 13 - Question ouverte

Risico van ondernemers en hoe dek ik ze af
Grootste risico = minder inkomsten. Niet genoeg geld hebben om van te leven. Meest voorkomende tegenvaller: Minder klanten dan gehoopt. 
Er zijn vaak verzekeringen, maar die zijn vaak (te) duur en daarom hebben veel ondernemers 'Algemene voorwaarden' die hun aansprakelijkheid voor fouten uitsluiten. 

Slide 14 - Diapositive

Algemene voorwaardes
Niet verplicht, wel verstandig om aansprakelijkheid in te dekken.
Het moet wel Juridisch kloppen, er zijn vier eisen:
1. Ze moeten redelijk zijn en niet in strijd met de wet zijn.
2. Ze moeten op papier staan (of digitaal)
3. Er mag niets in staan dat gaat over de kern van wat je levert, zoals: hoeveelheid, soort en prijs.
4. Klanten moeten de voorwaarden kunnen lezen, voordat er een overeenkomst gesloten wordt.

Slide 15 - Diapositive

Welke algemene voorwaarden zie jij vaak?

Slide 16 - Question ouverte

Verzekeringen
Bedrijfsaansprakelijkheid verzekering: Dekt ongelukjes die jij veroorzaakt aan klanten. 
Product -beroepsaansprakelijkheid verzekering: Als je door jouw te kort komen de klant benadeeld wordt. Bijvoorbeeld door aantoonbaar slecht tot stand gekomen advies.
Andere verzekeringen zijn vaak duur en alleen in specifieke gevallen verstandig.

Slide 17 - Diapositive

Hoe ga jij jouw bedrijf noemen?
Er zijn vaak 4 dingen die in een bedrijfsnaam kunnen zitten:
1. Je eigen naam (voor en/of achternaam)
2. Je vak, product of dienst
3. Je regio (plaats)
4. Een verzonnen woord of naam. 

Slide 18 - Diapositive

Voorwaarde goede bedrijfsnaam:
1. Het moet uitspreekbaar zijn.
2.Het moet schrijfbaar zijn.
3. Het moet onthoudbaar zijn.
4. Het moet vindbaar zijn.
5. Het moet toegestaan zijn. 

Slide 19 - Diapositive

Met welke wetten en regels moet je rekening houden bij de start?
Drie wetten die gelden voor elke startende ondernemer:
1. Je moet jouw bedrijf inschrijven bij de KvK (Kamer van Koophandel)
2. Je moet jouw bedrijf een officiële naam en rechtsvorm geven. 
3. Je moet jezelf aanmelden bij de belastingdienst als 'btw-plichtige ondernemer' en een administratie bijhouden.

Slide 20 - Diapositive

Let op!
Je mag niet altijd een bedrijf aan huis starten:
- Je mag zelden namelijk een horeca starten in een woonwijk
- Of een bedrijf starten met gevaarlijke en/of milieubelastende materialen. 

Als je nog geen 18 bent dan heb je vaak voor bepaalde handelingen toestemming nodig van ouder/verzorger.

Heb je misschien vergunningen nodig? VoG? tapvergunning? etc.

Slide 21 - Diapositive

Wat wordt jouw doelgroep?
Stel deze vragen aan jouzelf:
1. Wat hebben de mensen of bedrijven in jouw doelgroep gemeen?
2. Geeft je doelgroep genoeg geld om jou te kunnen en willen betalen?
3. Is je doelgroep groot genoeg? (verdienend genoeg)
4. Weet je waar jouw doelgroep behoefte aan heeft?

Slide 22 - Diapositive

Marktonderzoek
Marktonderzoek: Onderzoeken waar de kansen voor jouw bedrijf liggen.
Drie soorten:
- Brancheonderzoek: Wat speelt er in jouw branche?
- Klantenonderzoek: Wat willen je klanten?
- Concurrentieonderzoek: Wat doen je concurrenten?
Methode:
- Bureauonderzoek: Zelf cijfers en informatie zoeken.
- (Online)enquête: Je vraagt mensen om vragen te beantwoorden. 
- Veldonderzoek: Je gaat eropuit en gaat met mensen in jouw doelgroep praten om informatie te krijgen.

Slide 23 - Diapositive

Welke vragen zou jij stellen voor jouw marktonderzoek? Wat wil jij weten voordat je een bedrijf begint?

Slide 24 - Question ouverte

SWOT-analyse
SWOT-analyse
- Strenght (sterkte) (intern)
- Weakness (zwakte) (intern)
- Opportunities (kansen) (extern)
- Threats (bedreigingen) (extern)

Slide 25 - Diapositive

SWOT-Analyse (intern):
Sterktes:
- Ik heb een goed product
- Ik weet goed wat mijn doelgroep wil
- Ik heb goed personeel
- Klanten zien mij als expert

Zwaktes:
- Ik ben niet bekend in de markt
- Product is niet helemaal af
- Klein bedrijf
- Niet zoveel geld
SWOT-Analyse (extern):
Kansen:
- Veel vraag naar mijn producten
- Subsidie mogelijkheid
- Salarissen stijgen -> mensen kunnen meer kopen.
- Nieuwe technieken laten mij sneller werken.

Bedreigingen:
- Veel concurrentie in de markt
- Robots kunnen mijn werk overnemen
- Buiten Nederland is het goedkoper
- Mijn idee is makkelijk na te doen.

Slide 26 - Diapositive

Voor nu



Maak opdrachten onderdeel 18 tot en met 24

Slide 27 - Diapositive