Gaswisseling en ademhaling

Les: Gaswisseling
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Les: Gaswisseling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

0

Slide 3 - Vidéo

Luchtwegen
Mond-/Neusholte
Keelholte
Luchtpijp
Bronchiën
Bronchiolen
Longblaasjes

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats met de longhaarvaten

Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"

Slide 4 - Diapositive

Waar is de wand verstevigd met hoefijzervormig kraakbeen.
A
in de kleine luchtwegen
B
in de longblaasjes
C
in de gehele luchtpijp en de bronchien

Slide 5 - Quiz

longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

Ademhalen - Slikken - Verslikken

Slide 8 - Diapositive

Wat gebeurt er bij verslikken?
A
Er komt voedsel in de luchtpijp
B
Er komt lucht in de slokdarm

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo


Welke stof gaat uit de longblaasjes in het bloed?
A
Zuurstof
B
Lucht
C
Koolstofmonoxide
D
Koolstofdioxide

Slide 11 - Quiz

gaswisseling
zuurstof (O2) komt via de luchtpijp-bronchien in de longblaasjes. dit is omringt door bloedvaten. de zuurstof gaat het bloed in. 

in het lichaam wordt de zuurstof gebruikt voor verbranding. bij verbranding komt koolstofdioxde vrij. Dit wordt via het bloed naar de longblaasjes gebracht en weer gegeven aan de luchtpijp-bronchien.

we wisselen koolstofdioxide voor zuurstof.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Les: Ademhaling

Slide 14 - Diapositive

Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Slide 15 - Diapositive

Wij kunnen ademen door onze neus en door onze mond. ziekteverwekkers kunnen via de lucht ingeademd worden. Via welke manier van ademhaling zijn wij beter beschermend tegen ziekteverwekkers?
A
Via de ademhaling door de mond
B
Door de ademhaling van de neus

Slide 16 - Quiz

Ademhaling
BORST-ademhaling:

Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
BUIK-ademhaling:

Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 17 - Diapositive

Welke 2 soorten ademhaling zijn er?
(2 antwoorden)
A
Buik-ademhaling
B
Middenrif-ademhaling
C
Borst-ademhaling
D
Long-ademhaling

Slide 18 - Quiz


Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven?
A
Buik-ademhaling
B
Borst-ademhaling
C
Buik en borst-ademhaling
D
Middenrif-ademhaling

Slide 19 - Quiz

Verschillende samenstelling van lucht
Ingeademde lucht:
- Stikstof                76%
- Zuurstof               20%
- Edelgassen            1%
- CO2                   0,04%
Uitgeademde lucht:
- Stikstof                    76%
- Zuurstof                  16%
- Edelgassen               1%
- CO2                             4%

Slide 20 - Diapositive

De samenstelling van de uitgeademde lucht wordt vergeleken met die van de ingeademde lucht.

Bevat de uitgeademde lucht meer of minder koolstofdioxide dan de ingeademde lucht, of is dat evenveel?
A
Meer koolstofdioxide
B
Minder koolstofdioxide
C
Evenveel koolstofdioxide

Slide 21 - Quiz

Longventilatie

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats 
Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"
Ingeademde lucht: 20% zuurstof
Uitgeademde lucht: 16% zuurstof
De lucht in de longblaasjes bevat 
ongeveer 13% zuurstof

Hoe kan dit verklaard worden?
Longblaasjes
O2 13%
In -->
O2 20%
Uit <--
O2 16%

Slide 22 - Diapositive

Roken
TABAKSROOK
Gas = koolmono-oxide 
(bloed kan minder zuurstof vervoeren)

Teer vormt een laagje aan de binnenkant van een longblaasje. Hierdoor kan O2 minder goed worden opgenomen. 

Nicotine heeft een sterk verslavend effect

Slide 23 - Diapositive

Welke stof in tabaksrook zorgt de zogenaamde rokershoest?
A
Teer
B
Nicotine
C
Koolmonoxide
D
Alle stoffen zorgen hiervoor

Slide 24 - Quiz

Gezonde longen
Rokers longen

Slide 25 - Diapositive

verder met planner
BB: maken blz. 26 t/m 39
Kader: maken blz. 15 t/m 19

Slide 26 - Diapositive