Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2.4 Geld moet rollen!
H2 Geld genoeg?
2.4 Geld moet rollen!
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H2 Geld genoeg?
2.4 Geld moet rollen!
Slide 1 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen!
Ik kan aan de hand van voorbeelden de drie geldfuncties van elkaar onderscheiden.
Ik kan een rekeningsaldo berekenen.
Ik kan de rol van de bank uitleggen met behulp van de begrippen vraag en aanbod.
Ik kan de rol van de ECB uitleggen in het bepalen van de hoogte van de rente.
Slide 2 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen
Ik kan aan de hand van voorbeelden de drie geldfuncties van elkaar onderscheiden.
Slide 3 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen!
Soorten geld
Chartaal geld
Giraal geld
Slide 4 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen!
Geldfuncties
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel
Slide 5 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen!
Pinpas versus creditcard
pinpas
betalen met eigen geld (gaat meteen rekening af)
minderjarig en meerderjarig
creditcard
betalen met geleend geld (wordt later afgerekend)
alleen als je meerderjarig bent
rente
Creditsaldo: Er staat geld op mijn rekening
Debetsaldo: Ik sta in het rood
Slide 6 - Diapositive
Als ik betaal, gaat het geld meteen van mijn betaalrekening af.
A
pinpas
B
creditcard
C
beide
Slide 7 - Quiz
Eigenlijk leen je tijdelijk geld als je met deze kaart betaalt.
A
pinpas
B
creditcard
C
beide
Slide 8 - Quiz
Alleen voor volwassenen.
A
pinpas
B
creditcard
C
beide
Slide 9 - Quiz
Ik kan aan de hand van voorbeelden de drie geldfuncties van elkaar onderscheiden.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 10 - Sondage
2.4 Geld moet rollen!
Ik kan een rekeningsaldo berekenen.
Slide 11 - Diapositive
Demi heeft €24,51 creditsaldo. Ze krijgt €9 zakgeld en betaalt €50 voor een nieuwe tas.
Wat is haar nieuwe saldo?
A
€16,49 creditsaldo
B
€65,51 creditsaldo
C
€65,51 debetsaldo
D
€16,49 debetsaldo
Slide 12 - Quiz
Ik kan een rekeningsaldo bereken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Sondage
2.4 Geld moet rollen!
Ik kan de rol van de ECB uitleggen in het bepalen van de hoogte van de rente.
Slide 14 - Diapositive
Wat gebeurt er met de vraag naar consumptieve goederen als iedereen goedkoop geld kan lenen?
A
De vraag naar duurzame consumptiegoederen zal stijgen.
B
De vraag naar duurzame consumptiegoederen zal dalen.
C
De vraag naar duurzame consumptiegoederen blijft gelijk.
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er met de prijs van consumptieve goederen als de vraag stijgt en het aanbod relatief gelijk blijft?
A
De prijs zal stijgen.
B
De prijs zal dalen.
C
De prijs blijft gelijk.
Slide 16 - Quiz
Een lage rente kan zorgen voor inflatie.
A
Juist
B
Niet juist
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
2.4 Geld moet rollen
ECB houdt inflatie laag
De Europese Centrale Bank (ECB):
Bewaakt waarde van euro:
inflatie laag -> euro behoudt zijn koopkracht
Bepaalt hoogte van rente als banken geld lenen (van de ECB)
Zorgt voor eurobiljetten en munten.
Slide 19 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen
ECB houdt inflatie laag
Slide 20 - Diapositive
Wat betekent ECB?
A
Electric Card Banking
B
Europese Credit Bank
C
Europese Centrale Bank
Slide 21 - Quiz
Wat doet de ECB niet?
A
Geld lenen aan bedrijven.
B
De koopkracht van de euro beschermen.
C
Geld lenen aan banken.
D
Eurobiljetten maken.
Slide 22 - Quiz
2.4 Geld moet rollen!
Ik kan de rol van de bank uitleggen met behulp van de begrippen vraag en aanbod.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen
De bank
Banken bemiddelen tussen de vraag naar geld en het aanbod van geld.
Aanbod van geld
: spaargeld
Vraag naar geld
:
leningen
Rente = de prijs van geld.
Creditrente
: rente over tegoeden
Debetrente
: rente over tekorten (hoger dan creditrente).
Debetrente - creditrente = brutowinst voor de bank.
Slide 25 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen
Winst voor de bank
Maar ook
Creditrente
: rente over tegoeden, lager dan debetrente.
Debetrente
: rente over tekorten, hoger dan creditrente.
Slide 26 - Diapositive
2.4 Geld moet rollen!
Ik kan aan de hand van voorbeelden de drie geldfuncties van elkaar onderscheiden.
Ik kan een rekeningsaldo berekenen.
Ik kan de rol van de bank uitleggen met behulp van de begrippen vraag en aanbod.
Ik kan de rol van de ECB uitleggen in het bepalen van de hoogte van de rente.
Slide 27 - Diapositive
Ik kan de rol van de ECB uitleggen in het bepalen van de hoogte van de rente.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Sondage
Ik kan de rol van de bank uitleggen met behulp van de begrippen vraag en aanbod.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 29 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
2.4 Geld moet rollen!
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
2.4 Geld moet rollen!
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
2.4 Geld moet rollen
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4
Septembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
2.4 Geld moet rollen
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4 Geld moet rollen
Octobre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4 Geld moet rollen
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4 Geld moet rollen
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4