Schimmels en bacteriën.

Schimmels en bacteriën
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schimmels en bacteriën

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  •  Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.
  • Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
  • je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur. (SE)
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen. (SE)

Slide 2 - Diapositive

3 Domeinen
In de Tree of life is te zien hoe alle organismen zijn geordend.
De eerste levensvorm

Slide 3 - Diapositive

Planten
Bacterie 
Schimmel 
Dieren

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Veelcellige schimmels
  • Voortplanting door sporen
         - Paddenstoel
         - Uiteinde schimmeldraden
  • Voorbeelden

Slide 7 - Diapositive

Schimmels bestaan uit schimmeldraden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Mycelium (zwamvlok)

Slide 9 - Diapositive

Heksenkring is ontstaan uit de zwamvlok van één exemplaar

Slide 10 - Diapositive

2

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Wat is géén nuttige toepassing van schimmels
A
Je kunt er eten mee maken en je kunt ze eten
B
Ze worden als geneesmiddel gebruikt
C
Ze helpen om voedsel langer houdbaar te maken
D
Alle drie de antwoorden zijn een voorbeeld van nuttige toepassing van schimmels.

Slide 16 - Quiz

Wat kan er worden gemaakt met nuttige schimmels?
A
kaas, appelsap, frikadel.
B
medicijnen, bier, kaas.
C
alle schimmels zijn nuttig
D
er zijn geen nuttige schimmels.

Slide 17 - Quiz

Schimmels bestaan uit schimmeldraden
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

B2 Bacteriën

Bacteriën

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

te delen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 23 - Quiz

bacterien zijn
A
eencellig
B
meercellig

Slide 24 - Quiz

4

Slide 25 - Vidéo

Wat is het verschil tussen een virus en een bacterie?
A
een virus leeft en een bacterie niet
B
een virus bestaat uit meerder cellen en een bacterie niet
C
een virus leeft niet en een bacterie wel

Slide 26 - Quiz

Corona is een ......
A
Virus
B
Bacterie

Slide 27 - Quiz

Een griepje is een
A
Virus
B
Bacterie
C
Schimmel
D
Parasiet

Slide 28 - Quiz

wat denk jij dat groter is
A
bacterie
B
virus

Slide 29 - Quiz

Wat voor cel is dit?
A
Dierlijke
B
Plantaardige
C
Bacterie
D
Virus

Slide 30 - Quiz

Maar.....Zijn alle bacteriën slecht?
Ja
Nee

Slide 31 - Sondage

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Ik heb het begrepen en kan aan de slag
Ja, ik heb het begrepen.
Nee, ik heb nog een vraag!

Slide 34 - Sondage

Opdrachten
Maken
Basisstof 3

Wat niet af is, is huiswerk!
timer
15:00

Slide 35 - Diapositive