Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H4_01_II De balans
Slide 1 - Diapositive
Je kunt uitleggen wat een balans is.
Je weet wat er op de balans staat.
Je kunt het verschil aangeven tussen de debet en credit-zijde.
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
PW Hoofdstuk 3 bespreken
Terugblik
Slide 3 - Diapositive
Een balans is een overzicht van de bezittingen van een onderneming en de vermogensbronnen waarmee de bezittingen zijn betaald (eigen vermogen en vreemd vermogen).
De balans is een momentopname.
Instructie
Slide 4 - Diapositive
Een balans is een overzicht van de bezittingen van een onderneming en de vermogensbronnen waarmee de bezittingen zijn betaald (eigen vermogen en vreemd vermogen).
De balans is een momentopname.
Instructie
Slide 5 - Diapositive
Belangrijkste kenmerken van een balans:
- Er zit een linkerzijde (debet) en een rechterzijde (credit) aan de balans
- Het is een momentopname (voorraadgrootheid)
- De balans is altijd in evenwicht.
Instructie
Slide 6 - Diapositive
De posten die op de balans staan, zijn altijd dezelfde. We bespreken ze stap voor stap.
Instructie
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Kun je na de uitleg de volgende vragen beantwoorden?
Begeleid oefenen
Slide 15 - Diapositive
Moet een balans in evenwicht zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
De rechterkant van de balans is ...
A
Schulden
B
Bezittingen
Slide 17 - Quiz
Een transportauto is onderdeel van de
A
vlottende activa op de balans
B
kort vreemd vermogen op de balans
C
vaste activa op de balans
D
liquide middelen op de balans
Slide 18 - Quiz
Als je crediteuren op je balans hebt staan dan ben je geld verschuldigd
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Op de debetzijde van de balans staan de bezittingen van het bedrijf.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Aan welke kant van de balans staan voorraad goederen?
A
Activa/ Debet/ Bezittingen
B
Passiva/ Credit/ Schulden
Slide 21 - Quiz
Debet
Credit
Vaste activa
Liquide middelen
Vlottende activa
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
Maken opdracht 4.1 t/m 4.4
Zelfstandig werken
Slide 24 - Diapositive
Je kunt uitleggen wat een balans is.
Je weet wat er op de balans staat.
Je kunt het verschil aangeven tussen de debet en credit-zijde.