Havo 4 week 8 p1

Spaans week 8 Havo 4  lunes 16-31 de octubre 2023
Tema : presentación personal
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spaans week 8 Havo 4  lunes 16-31 de octubre 2023
Tema : presentación personal

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 30 oktober
1) Schoolexamen leesvaardigheid voorbereiding doornemen 
2) video bekijken van kloktijden
3) Compañeros LiFo in de klas: hoofdstuk 3 La familia starten! Comunicación &  daarna Vocabulario

Slide 2 - Diapositive

SCHOOLEXAMEN LEESVAARDIGHEID


Voorbereiding:

Hfd 1,2,3 Compañeros LiFO
Leren blz 105 & 106 Glosario
Leren Vocabulario básico 1 +4   

Na na de herfstvakantie: SE-week (start 2 nov)

Slide 3 - Diapositive

VOORBEREIDING SCHOOLEXAMEN  LEESVAARDIGHEID:
HOOFDSTUK 1, 2 EN 3 Compañeros LiFo >>Maak van elk hoofdstuk de onderdelen:
  • VOCABULARIO
  • COMUNICACIÓN
  • DESTREZAS
  • WOORDJES VAN GLOSARIO BLZ 105 EN 106 SPAANS-NEDERLANDS
  • VOCABULARIO BÁSICO 1 EN 4 > BELANGRIJK VOCABULARIO LA FAMILIA, LOS DÍAS DE LA SEMANA, LAS ASIGNATURAS, LA HORA , GUSTAR, ONTKENNING: Hoe maak je een zin ontkennend? 
  • Quizlet:  
  • Unidad 1: https://quizlet.com/nl/718518514/companeros-1-unidad-1-flash-cards/?funnelUUID=ea459957-9926-4427-a761-6869819f17f7
  • Unidad 2: https://quizlet.com/nl/718523647/companeros-1-unidad-2-flash-cards/?funnelUUID=c3ce623d-d181-4ab0-babd-3f00c47d802c
  • Unidad 3: https://quizlet.com/nl/718861993/companeros-1-unidad-3-flash-cards/?funnelUUID=5f882560-d13e-4dc7-9ce2-dd9a599384fe

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

REPASO LA FAMILIA

https://quizlet.com/nl/597328170/unidad-1-mi-familia-y-mis-amigos-flash-cards/

Slide 7 - Diapositive

Verschil sobrino/a en primo/ prima


Sobrino/a = kind van je zus/ broer
Primo/ prima= kind van je oom /tante 
LET OP!!!

Slide 8 - Diapositive

Vocabulario
Mi familia y mis amigos 

Slide 9 - Diapositive

Vocabulario
Mis estudios y mi instituto.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Herhaling getallen 0-30

Slide 16 - Diapositive

Vragen naar leeftijd:
¿Cuántos años tienes?
Hoe oud ben je?
Gebruik in je antwoord het werkwoord tener
Tengo dieciséis años
Ik ben zestien jaar.
0-10
11-20
Repaso = herhaling 

Slide 17 - Diapositive

getallen 21 t/m 29
van 21 t/m 29      


veinti + eenheden    
aan elkaar geschreven!  
  • 21 veintiuno
  • 22 veintidós
  • 23 veintitrés
  • 24 veinticuatro
  • 25 veinticinco
  • 26 veintiseis
  • 27 veintisiete
  • 28 veintiocho
  • 29 veintinueve

Slide 18 - Diapositive

¿A qué hora.......? 
¿A qué hora......? = Om hoe laat ......
¿A qué hora te levantas?

Slide 19 - Diapositive

¿Qué hora es?
A
las diez y veinticinco
B
las diez y veintisiete
C
las once menos media
D
cinco para las diez y media

Slide 20 - Quiz

¿Qué hora es?
A
las ocho en punto
B
las ocho menos diez
C
las ocho menos dos
D
las ocho y cinco

Slide 21 - Quiz

¿Qué hora es?
A
son la una y media
B
son las una y media
C
es las una y media
D
es la una y media

Slide 22 - Quiz

GUSTAR

Gustar = houden van/ leuk vinden/ lekker vinden



Er zijn maar 2 vervoegingen: GUSTA & GUSTAN


Slide 23 - Diapositive

Voorbeelden
Me gusta la piza 

Ik houd van pizza  (la pizza)

Me gustan las flores

Ik houd van bloemen 
GUSTAR = houden van, leuk vinden, lekker vinden  

Slide 24 - Diapositive

Ontkenning
Als je wil zeggen dat je iets NIET leuk vindt of ergens NIET van houdt.

Ontkenning in het Spaans = No

De ontkenning zet je ALTIJD voor het werkwoord neer.  Dus:
(a mí) No me gusta           No me gusta la pizza    = ik houd niet van pizza
(a mí) No me gustan         No me gustan las flores = ik houd niet van bloemen

Slide 25 - Diapositive

Oefening la familia woordenschat 
Denken-delen-uitwisselen:
1) Schrijf de Nederlandse betekenis bij de Spaanse woorden.
2) Bespreek je antwoorden met een klasgenoot en kom tot een gezamenlijk antwoord.
3) Kijk de antwoorden na met de woordenlijst.



Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive