H1.1 Wat wil je kopen? (deel 2)

1.1 Wat wil je kopen? (deel 2)
Wie zie je in de spiegel?
zelf
voor
ko = zie
ziening
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.1 Wat wil je kopen? (deel 2)
Wie zie je in de spiegel?
zelf
voor
ko = zie
ziening

Slide 1 - Diapositive

1.1 Wat wil je kopen? (deel 1)
  • Ga in groepjes van 5 of 6 leerlingen zitten
  • Elk groepje krijgt straks een omschrijving van een persoon
  • Je gaat met je groepje een top 5 maken van de dingen waar deze persoon behoefte aan heeft
  • Je krijgt hiervoor maximaal 4 minuten de  tijd
  • Als je klaar bent, leg je je pen neer en wacht je tot de anderen klaar zijn.

Slide 2 - Diapositive

1.1 Wat wil je kopen? (deel 1)
Pincho
Adara
Joep
Margreet
Silvia
Alvan
13 jaar, Mexico (moeder, 5 broertjes/zusjes), werkt
13 jaar, vluchteling uit Syrië, vluchtelingenkamp, ouders en 4 broertjes/zusjes
13 jaar, Bloemendaal, hockey, vader goede baan, moeder werkt niet
18 jaar, zwanger, weggelopen, opvanghuis, vader baby onbekend
18 jaar, zwanger, weggelopen, opvanghuis, vader baby onbekend
23 jaar, klaar met rechtenstudie, studentenhuis, relatie met Latifah

Slide 3 - Diapositive

1.1 Wat wil je kopen? (deel 1)
Behoeften:
  • Iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben
  • Basis behoeften
  • Overige behoeften
Overige levensbehoeften:
Alle andere dingen die het leven leuker of makkelijker maken
Basisbehoeften:
noodzakelijke levensbehoeften zoals voeding, kleding en woonruimte 

Slide 4 - Diapositive

Antwoord vraag 1 (voor- en nadeel apart)

Slide 5 - Carte mentale

1.1 Wat wil je kopen? (deel 1)
Je kunt op twee manieren in je behoeften voorzien:
  1. Goederen

  • Tastbare producten
  • Verbruiksgoederen -> je gebruikt ze en dan zijn ze op
  • Gebruiksgoederen -> je gebruikt ze vaker, ze gaan langere tijd mee.

Slide 6 - Diapositive

1.1 Wat wil je kopen? (deel 1)
Je kunt op twee manieren in je behoeften voorzien:
  1. Goederen
  2. Diensten
  • Niet-tastbare producten.

Slide 7 - Diapositive

Antwoord vraag 5a (antwoorden apart)

Slide 8 - Carte mentale

1.1 Wat wil je kopen? (deel 1)
Vraag 6

Slide 9 - Diapositive

1.1 Wat wil je kopen? (deel 2)
Wie zie je in de spiegel?
zelf
voor
ko = zie
ziening
Deze les:
  • leer je het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening
  • leer je hoe je een gemiddelde moet berekenen

Slide 10 - Diapositive

1.1 Wat wil je kopen? (deel 2)
  • Wat zie je op het eerste plaatje?
  • Wat zie je op het tweede plaatje?
  • Wat is het verschil?
  • Waarom zou iemand een groentetuin willen?
  • Wat heb je nodig voor plaatje 1 en wat voor plaatje 2?.
Consumeren:
Het kopen van goederen of diensten om in je behoeften te voorzien

Zelfvoorziening:
Zelf iets maken waarmee je in je eigen behoeften kunt voorzien

Slide 11 - Diapositive

Leer je klas kennen...
type je leeftijd in

Slide 12 - Carte mentale

1.1 Wat wil je kopen? (deel 2)
Meer uitleg? klik hier of bekijk thuis het filmpje op de volgende dia
Berekenen gemiddelde:
       het totaal       
       het aantal

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Leer je klas kennen...
Type aantal zus/broer

Slide 15 - Carte mentale

Je hebt je telefoon niet meer nodig. 
Leg deze in je tas!

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk!

Maken t/m opgave 15

Rekenen (blz. 34) t/m opgave 5

Lezen paragraaf 1.2

Slide 17 - Diapositive