Kap 1/2/3 Fragen von Schülern TL Teil 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wortschatz

Vertaal:

bijvoorbeeld

Vertaal:

het lesrooster

Vertaal:

vrij hebben

Vertaal:

heel erg

Welk woord hoort niet in het rijtje?
die Mutter / die Oma / der Onkel / die Stiefmutter

Welk woord hoort niet in het rijtje?
das Kind / das Mädchen / der Junge

Welk woord is fout geschreven

1. sehr
2. oft
3. die Schuh
4. aber

Waar of niet waar?
Hauptschule = hoofdschool

1. waar
2. niet waar

Vertaal:

die Leute

Vertaal:

die Marke

Vertaal:

gerne

Hoe schrijf je het rangtelwoord
tweede in het Duits?

sein

Vertaal:

jullie zijn

Vertaal:

jij bent

Vertaal:

sie ist

Vertaal:

du bist

haben

Vertaal:

zij heeft

Vertaal:

wie heeft

Vertaal:

es hat

Vertaal:

er hat

Wat is de juiste vertaling?
hij is

1. er ist
2. sie ist
3. es ist
4. alle antwoorden zijn fout

Wat is de juiste vertaling?
du bist

1. ik ben
2. jij bent
3. zij zijn
4. alle antwoorden zijn fout

Großbuchstabe

Hoofdletter?

vater

1. ja
2. nee

Hoofdletter?

oft

1. ja
2. nee

Hoofdletter?

"woche" in het Duits

1. ja
2. nee

Hoofdletter?

"heute" in het Duits

1. ja
2. nee