H5 5.4 Een kerk in twee kampen

H5.4 Een kerk in twee kampen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 79 min

Éléments de cette leçon

H5.4 Een kerk in twee kampen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

1
2
3
4
5
In Olympia wordt gesport om Griekse goden te eren
Christendom wordt staatsgods-dienst in Romeinse Rijk
Christenen worden vervolgd in het Romeinse Rijk
Clovis laat zich dopen
In Drente worden hunebedden gebouwd

Slide 3 - Question de remorquage

Koppel de begrippen aan de juiste samenleving
Jagers en
verzamelaars
Landbouw-
samenleving
Dorpen
Hunebedden
Grotschilderingen
Bekerproductie
Nomaden
Dieren temmen

Slide 4 - Question de remorquage

Geef een historische verklaring voor het verband tussen deze twee gegevens:
1. De eerste landbouwsamenlevingen in Nederland ontwikkelden zich omstreeks 5.000 v. Chr. op de hoge zandgronden in Drenthe en Limburg.
2. De meeste prehistorische archeologische vondsten zijn gedaan in Drenthe en Limburg.

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoel


Je kunt uitleggen welke kritiek op de kerk Erasmus en Luther hadden.

Slide 6 - Diapositive

Tijdvak 5: Ontdekkers & Hervormers

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

KA: De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
De christelijke kerk was niet 1 geheel. Er waren mensen met kritiek (dwalingen). Dit werd ketterij genoemd. Deze ketters werden vervolgd door een speciale rechtbank: de Inquisitie.

Slide 10 - Diapositive

Kritiek op de kerk
  • Renaissance en humanisme (Erasmus)
  • Behoefte van wereldlijke leiders om onafhankelijker te worden van de Paus.
  • Enorme rijkdom van de kerk.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Waar denk je nu aan bij de naam Maarten Luther?

Slide 13 - Question ouverte

Maarten Luther
  • Tegen aflaten, alleen oprecht berouw.
  • Woord van God= Bijbel moet centraal staan dus zelf de Bijbel lezen (Luther vertaalt de Bijbel).
  • Celibaat staat niet in de Bijbel.
  • Soberheid (en geen rijkdom).
  • Geen verering van heiligen en martelaren.

Slide 14 - Diapositive

Leerdoel


Je kunt uitleggen welke kritiek op de kerk Erasmus en Luther hadden.

Slide 15 - Diapositive

1. Sleep naar het juiste vak:
Dit is een sleepvraag.
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en Ridders
Landbouwsamenleving
Landbouw-stedelijke samenleving
Zelfvoorzienend
Handel over lange afstand

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen mythologisch en wetenschappelijk denken?

Slide 17 - Question ouverte

Sleep de zinnen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later
Luther verdedigt zich voor Karel V in Worms
Luther schrijft een brief met 95 stellingen
Luther schrijft de Bijbel in het Duits
De paus doet Luther in de ban

Slide 18 - Question de remorquage

Is de maker van deze bron een aanhanger of een tegenstander van Luther? Leg uit met verwijzing naar de bron. (2p)

Slide 19 - Question ouverte

Leerdoel


Je kent de verschillen tussen het katholicisme en het protestantisme.

Je kunt uitleggen hoe keizer Karel V reageerde op de Reformatie in zijn rijk.

Slide 20 - Diapositive

Karel V
  • Karel V was de keizer van het Duitse Rijk ( en ook koning van de Nederlanden).
  • Hij was katholiek en wilde geen ander geloof in zijn rijk. Centralisatiepolitiek kwam daardoor in gevaar.
  • Rijksdag in 1521 werd Luther in de ban gedaan.
  • Belangrijke Duitse leenmannen (vorsten) zagen hun kans om meer macht te grijpen.

Slide 21 - Diapositive

Was Karel V voor of tegen centralisatie?
A
Voor
B
Tegen

Slide 22 - Quiz

Karel V was een
A
katholiek
B
protestant

Slide 23 - Quiz

KA: De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
  • Dit leidde tot de Reformatie of hervorming.
  • Het protestantisme ontstond.
  • Luther wilde geen nieuwe kerk stichten maar de kerk alleen hervormen. Hij wilde de fouten verbeteren.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Katholieke Kerk
Protestantse Kerk

Aflatenhandel
Zelf de Bijbel lezen
Rijkdom
Paus
Luther
Kettervervolgingen
95 stellingen

Slide 26 - Question de remorquage

Leerdoel


Je kent de verschillen tussen het katholicisme en het protestantisme.

Je kunt uitleggen hoe keizer Karel V reageerde op de Reformatie in zijn rijk.

Slide 27 - Diapositive

Wat past bij de prehistorie?
timer
0:20
A
Tijd waarin mensen het schrift gebruiken
B
Geschreven bronnen
C
Ongeschreven bronnen
D
Tijd waarin mensen geen schrift hebben

Slide 28 - Quiz

Prehistorie of niet?
A
JA
B
NEE

Slide 29 - Quiz

Leenstelsel: Sleep de blauwe woorden naar de juiste plaats.
Leenman
Trouw
Leenheer
Leenman
Macht

Slide 30 - Question de remorquage

Jagers en Boeren
Grieken en Romeinen
Monniken en Ridders
Steden en Staten

Slide 31 - Question de remorquage

Leg het begrip centralisatie uit

Slide 32 - Question ouverte

Leerdoel


Je kent de gevolgen van de Reformatie in Europa.

Je kent de verschillen tussen Calvijn en Luther.

Slide 33 - Diapositive

Vrede van Augsburg
(1555)
Met de Vrede van Augsburg (1555) komt er een einde aan de strijd tussen de volgelingen van Luther en de katholieken onder leiding van Karel V. Voortaan bepaalt de keurvorst (hoogste leenman) de godsdienst voor de onderdanen in zijn gebied. Karel V had geen invloed meer.

Wiens gebied, diens geloof

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Gevolgen van de reformatie
  • De katholieke kerk ging zelf ook over tot hervormingen
  • Priesters werden beter opgeleid, moesten zich aan strengere regels houden en meer contact maken met de gewone gelovigen.
  • Dit noemen we de contrareformatie.

Slide 36 - Diapositive

Leerdoel


Je kent de gevolgen van de Reformatie in Europa.

Je kent de verschillen tussen Calvijn en Luther.

Slide 37 - Diapositive

Aan de slag
  • Maken: opgaven 5.1, 5.2, 5.3, 5.4
  • Oefenen met examenopgaven 1.1, 2.1, 3.1, 4.1
  • Begrippen leren: 1.1, 2.1, 3.1, 4.1

Slide 38 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 39 - Question ouverte

Wat is nog onduidelijk?

Slide 40 - Carte mentale