Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zie je?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Opdracht
Lees steeds de fragmenten. Let op het perspectief. Na afloop van ieder fragment, krijg je de vraag in welk perspectief het fragment is geschreven.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Bij een heb je toegang tot de gedachten en gevoelens van : de ik-verteller of de hij/zij-verteller. De personale verteller is in het verhaal. De personale verteller is een perspectief. De heeft een helikopterview en heeft toegang tot de gevoelens en gedachtes van . De alwetende verteller kan geven. De alwetende verteller is een perspectief.
Een personale verteller kan zijn als de verteller bewust informatie achterhoudt of als de verteller mentaal niet stabiel is.