3.5. Nederland, een gematigd zeeklimaat

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

3.5 Nederland, een gematigd zeeklimaat





Welkom!
Neem deel!

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we vandaag
herhalen 
Leerdoelen 
Uitleg 
Afsluiting van de les

Slide 3 - Diapositive

Gematigd zeeklimaat

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van het gematigd zeeklimaat?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Aan welke zijde van de berg valt de regen bij stuwingsregen?
A
Loefzijde
B
Lijzijde
C
Nergens.
D
Aan beide kanten.

Slide 7 - Quiz

Hoe ontstaat frontale neerslag?

Slide 8 - Question ouverte

Soorten neerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.
  • Komt waar voor?

Slide 9 - Diapositive

Soorten neerslag
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 10 - Diapositive

Soorten neerslag
Frontale regens (=botsing van twee luchtsoorten):
Passeren koufront:
  • De zwaardere koude lucht dringt onder de lichtere warme lucht.
  • Warme lucht stijgt snel op,  koelt af en condenseert: regen.
  • Kort + buien

Passeren warmtefront:

  • De warme lucht schuift over de koude lucht.
  • Langduring + (mot)regen

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen: 
 - Je weet welke windrichting in Nederland overheerst en wat voor gevolgen dat voor ons klimaat heeft.
- Je begrijpt de invloed van aanlandige en aflandige wind en waarom Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
-Je kunt uitleggen waardoor in de zomer en winter op gelijke breedte verschillen in temperatuur ontstaan.

Slide 12 - Diapositive

Lezen 3.5
Moeilijke woorden typ je hier!

Slide 13 - Carte mentale

Hoe is dit verschil te verklaren?

Slide 14 - Diapositive

Hoe verder van de zee: 
Hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter!

Slide 15 - Diapositive

Het afkoelen en opwarmen van zeewater gaat heel langzaam.
Het afkoelen en opwarmen van land gaat juist snel.

Slide 16 - Diapositive

Aanlandige wind
Aflandige wind

Slide 17 - Diapositive

aanlandige wind
wind van zee zorgt:
- In de winter voor zachtere temperaturen
- In de zomer voor koelere temperaturen.

Slide 18 - Diapositive

aflandige wind
wind van land zorgt:
- In de winter voor koudere temperaturen
- In de zomer voor hogere temperaturen.

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag...
  • Maken opdracht P3.5 BOS NIET!
  • Klaar? uitwerken leerdoelen en begrippen.

Slide 20 - Diapositive

3.5 Nederland, een gematigd zeeklimaat





Welkom!
Ga zitten en lees P3.5

Slide 21 - Diapositive

Wat doen we vandaag
herhalen 
Leerdoelen 
Uitleg leerdoelen
Afsluiting van de les

Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen: 
- Je weet welke windrichting in Nederland overheerst en wat voor gevolgen dat voor ons klimaat heeft.
- Je begrijpt de invloed van aanlandige en aflandige wind en waarom Nederland een gematigd zeeklimaat heeft 
-Je kunt uitleggen waardoor in de zomer en winter op gelijke breedte verschillen in temperatuur ontstaan.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Wind vanuit zee noemen we ……….. ……..?

Slide 25 - Question ouverte

Als we in de winter wind vanuit land krijgen is het?
A
koud
B
zacht

Slide 26 - Quiz

Als we in de zomer wind vanuit zee krijgen is het?
A
Warm
B
Koel

Slide 27 - Quiz

Waar in Nederland heb je het meeste warme (25+ graden) dagen?
A
Leeuwarden
B
Katwijk aan zee
C
Middelburg
D
Maastricht

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

opdracht Havo/vwo
Teken een windroos.

Zet erbij of ze warm, koud, zeer koud, koel, kil, nat, droog, heet, zacht, nat, vochtig, sneeuw zijn.

Slide 32 - Diapositive

opdracht
Teken een windroos.

Zet de begrippen polair, tropisch, continentaal en maritiem erbij en of ze warm, koud, zeer koud, koel, kil, nat, droog, heet, zacht, nat, vochtig, sneeuw zijn.

Slide 33 - Diapositive

Windrichtingen en de gevolgen voor Nederland

Slide 34 - Diapositive

Windrichtingen en de gevolgen voor Nederland

Slide 35 - Diapositive

Meten van een dag
dagtemperatuur
minimumtemperatuur
maximumtemperatuur

Slide 36 - Diapositive

Aan de slag...
  • Maak opdracht 5 en 6
  • Ga naar de box weer in Nederland
  • leer begrippenlijst

Slide 37 - Diapositive