Woordenschat H1 en H2

Woordenschat H1 en H2
klas 3
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenschat H1 en H2
klas 3

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je vergroot je woordenschat.
- Je kent de vijf woordraadstrategieën uit hoofdstuk 1.

Slide 2 - Diapositive

Theorie
Woordraadstrategieën

Officieel taalgebruik

Slide 3 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met een woordraadstrategie?
A
Een manier om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen.
B
Een manier om moeilijke woorden in een tekst te vinden.

Slide 4 - Quiz

Dit is GEEN woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
tegenstelling zoeken
C
voorbeelden zoeken
D
de inhoudsopgave bekijken

Slide 5 - Quiz

samenwerken
toch
goed
per ongeluk
meewerken
over
aandachtig
abusievelijk
een bijdrage leveren
inzake
desondanks
de handen ineenslaan

Slide 6 - Question de remorquage

het dilemma betekent:
A
een moeilijke keuze tussen twee dingen
B
twee dingen achter elkaar opnoemen
C
een medicijn dat tegen twee ziektes helpt
D
een keuze die voor je gemaakt is

Slide 7 - Quiz

waarneembaar betekent:
A
Dat je het kan zien
B
Dat je het niet kan zien

Slide 8 - Quiz

Thans komt dit verschijnsel niet meer voor.
Wat betekent thans?
A
Later
B
Ooit
C
Nu
D
Nooit

Slide 9 - Quiz

De effectiviteit betekent:
A
het einde
B
het nut
C
het begin
D
de zinloze bezigheid

Slide 10 - Quiz

in de beginfase zijn
weten wat de problemen zijn
een einde maken aan ongewenst gedrag
niet te hoge eisen stellen
over de grenzen gaan.
weten waar de schoen wringt.
de lat niet te hoog leggen
paal en perk stellen
grenzen overschrijden
in de kinderschoenen staan

Slide 11 - Question de remorquage

Noem een synoniem voor risico:

Slide 12 - Question ouverte

Wat gebeurt er als je een scheve schaats rijdt?
A
Je schaats is afgebroken.
B
Je schaatst te hard.
C
Je hebt iets gedaan wat niet mag of hoort.
D
Je hebt iets gedaan wat fantastisch was.

Slide 13 - Quiz

Nou, breekt mijn klomp.

Wat betekent de uitdrukking?
A
Ik ben stomverbaasd.
B
Ik ben nieuwsgierig.

Slide 14 - Quiz

Aan het werk
Woordenschat H2 
bladzijde 52 + 53
opdracht 3-4-5-6-7

Klaar? Ga via SOM naar het huiswerk van volgende week dinsdag. Open de woordenlijst en ga leren.

Slide 15 - Diapositive