Les 22 19-03- 2024 K5 bez vnw en ein/eine

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Les 22 19-3-2024 K5 bez vnw ein/eine

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Wie wir zusammen arbeiten

Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet, schrift

We praten zoveel mogelijk in het Duits

We luisteren naar elkaar

Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !

Lessonup

klascode

 jhztg

Klassetaal

Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
zin 2: Wie heißt das?

zin 3: Ich habe mein Buch vergessen.

zin4. Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.

Lernziele

Du kennst die Regeln für den unbestimmten Artikel ein- und kein-.

Du kennst die Wörter für die Possesivpronomen.

Du lernst Wörter über Essen und Trinken.

Was machen wir heute?

Übersetzen von einem Gericht.

Du lernst die Regeln für den unbestimmten Artikel und die Possessivpronomen mit Fragen in Lessonup.

Anfangsaufgabe

Vertaal en schrijf op:

het bord

de suiker

de saus

het eten

eten

groente en fruit

Anfangsaufgabe

Wie war es noch mal?

Regeln für die bestimmten Artikel für:

Wanneer mannelijk lidwoord

Wanneer vrouwelijk lidwoord

Wanneer onzijdig lidwoord

Wat is het lidwoord voor meervoud?

Acties docent:

laat ze eerst zelf nadenken en de regels opschrijven. Daarna met z'n tweeë n en opzoeken in boek. In welk hoofdstuk stond het ook al weer? K3. 

Degenen die de regels al gelijk goed hebben, kunnen de lidwoorden bij de woorden in de spinner zetten.

Antworten 

machen:

K5, Teil D Lesen, Übung 14 a+b Seite 148

K5, Teil D Lesen, Übung 15 Seite 148

Leesteksten kunnen al zijn besproken. Weet ik niet meer. Als dit beaamt wordt door de klas, dan nog kort de leestoets uit de toetsweek bespreken.

Hoe waren de teksten?

Übersetzen

Vertaal het recept voor Kaiserbrötchen.

Gebruik woordenboek D-N

(zie Magister bij 19 maart voor het recept)

Wat is het bepaalde lidwoord voor het meervoud?

1. der
2. die
3. das

Wat is het bepaalde lidwoord bij:
... Küche (=keuken)

1. der
2. die
3. das

Wat is het bepaalde lidwoord bij:
... Mercedes

1. der
2. die
3. das

Wat is het onbepaalde lidwoord voor 'Auto' in het Duits?

1. ein
2. eine
3. einen
4. der

Overzicht bepaald en onbepaald lidwoord

	m	v	o	mv
de/het	der	di e	das	di e
een	ein	ein e	ein	kein e

0

Een bezittelijk voornaamwoord?.....

1. staat alleen
2. geeft een bezit aan

Welke woorden zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. jij, u
2. mijn, jouw, jullie
3. onze, uw
4. hij, zij, ik

ik	ich
jij	du
hij	er
zij	sie
het	es
wij	wir
jullie	ihr
zij	sie
u	Sie

Sleep het bezittelijke voornaamwoord op de juiste plaats in het schema

unser

dein

Ihr

euer/eure

mein

ihr

ihr

sein

sein

Possessivpronomen

Alles Banane

Vertaal het woord tussen haakjes en zet het in de juiste vorm.

Ruil van boek/blad

Luister naar het lied en controleer je buurman.

Snap je hoe het bezittelijk voornaamwoord en onbepaald lidwoord werkt?

Selber arbeiten

K5, Teil B Wortschatz, Übungen 4, 5 Seite 140-141

K5, Teil B Wortschatz, Übungen 7a, 9, 10 Seite 142-143

K5, Teil E Grammatik, Übungen 17, 18, 19, 21 Seite 150-152   

Sprachmittel Bestellen

A: Guten Tag, wie kann ich Ihnen helfen?

B: Guten Tag, ich möchte gerne ein ....... (siehe Menukarte)

A: Möchten Sie noch etwas dazu trinken?

B: Ja, ich möchte eine ...........  / Nein danke

A: Dann macht das zusammen ....... Euro (aufzählen)

B: Bitte sehr.

A: Danke schön, auf Wiedersehen.

die Pause

In tweetallen:

1 persoon koopt een broodje in de schoolkantine. Je zoekt iets uit op het menu. De ander is de verkoper. Wissel daarna van rol.
Doe dit met minstens 3 Produkten uit het menu.

Oefen samen de Sprachmittel:

Hausaufgaben

Machen

afmaken opdrachten:

K5, Teil B Wortschatz, Übungen 4, 5                                                    Seite 140-141

K5, Teil B Wortschatz, Übungen 7a, 9, 10                                            Seite 142-143

K5, Teil E Grammatik, Übungen 17, 18, 19, 21                                     Seite 150-152              

Lernen:

K5, Lernliste N-D                                                Seite 168

Docent zegt een Nederlands woord uit de Lernliste.

Jij vertaalt het woord en spreekt deze in het Duits uit.

Samenvatting

Auf Wiedersehen