Writing preparation with dictionary

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Writing preparation

Op Bord:

• Programma
• Wachtwerk

alfacollege-docent.educus.nl

Presentielijst

Previous lesson:

Word order

Creating sentences

Maak connectie met deze les

Aims:

Refresh memory about word order

Using a  dictionary

Learn some vocabulary about traffic

Hou het bij max. 3

Today's programme:

1. Recap last week

2. Taalblokken?

3. Dictionary  exercise

3. Review

Dit schrijf je ook op het bord en geef je in de slides ook weer

1. What do you remember about word order?

Who

Does

What

Where 

When

What is the correct word order?

We

have been practicing

word order

last week

2. Is Taalblokken leerzaam voor jou?

Ja

Nee

Taalblokken. Vind je het leuk om hierin te werken? Waarom wel?
waarom niet?

Taalblokken:

Wat spreken we af?

Maak connectie met deze les

3. Schrijfexamen A1:

Waar word je op beoordeeld?

• Heb je de opdrachten helemaal uitgevoerd?
• Woordenschat en woordgebruik
• grammatica
• spelling en interpunctie
• Samenhang

Writing exam:

• Your only help is a dictionary
• So, let's refresh our memory: 

Dictionary in short:

'Duimpje' geeft aan waar in het alfabet je bent.

Dictionary in short:

Bovenhoek blauw: 1e en laatste woord op deze pagina 

Dictionary in short

• Meerdere betekenissen?
• Kies de best passende

Is het jou duidelijk hoe je een woordenboek kunt gebruiken tijdens je examen?

😒🙁😐🙂😃

Let's practice:

• Wat is de vertaling van de woorden (tussen haakjes)?
• Zoek op in je woordenboek en vul in:

Maak connectie met deze les

What a ____ (miezerig) weather! I hate to get wet!

Vraag om voorkennis te activeren

The lorry driver got lost in my ___ (omgeving).

Vraag om voorkennis te activeren

When I drove through your neighbourhood I saw a ____ (voetganger)

Vraag om voorkennis te activeren

Writing practice: hand out

1. Look up the words in your dictionary ( individually)
2. Check  your outcomes with your neighbour 
3. Use the found words in a sentence 
4. (help is on the backside of your scaffold)

Instruction dictionary practice:

Who?  begin individually looking up words, check  answers and work in pairs

How? Handout

Help? Raise your hand when you are stuck

Time? Until ......

Outcome? In class

Ready?  Come up with a bonus sentence

Hier kun je ook de differentiatie aangeven

Answers:

1. voorbijganger -                            passer-by
2. wegversperring -                        roadblock/ barricade
3. kortebaanwedstrijd -                short-distance race
4. fietser -                                            cyclist
5. voorrangsweg -                           major/ main road
6. aanrijding -                                    collision/ crash/ accident
7. verkeersdrempel -                      speed hump
8. voorrang -                                       right of way

1 tip voor de klas

1 top voor de klas

Write down your best sentence from exercise 2.

Aims:

Refresh memory about word order

Using a dictionary

Learn some vocabulary about traffic

Hou het bij max. 3

How many goals did you achieve?
Word order - use dictionary- vocabulary

1

2

3

Thank you!

Thank you for your hard work

See you next time!