Eenzaamheid en isolement

Eenzaamheid
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Eenzaamheid

Slide 1 - Diapositive

Wanneer ben je eenzaam?

Slide 2 - Question ouverte

Opdracht  1 eenzaamheid
Quiz maken in 10 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive



a. Wat is de definitie van eenzaamheid?


A
het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties
B
het subjectief ervaren van een onplezierig of toelaatbaar gemis aan (kwaliteit van)bepaalde sociale relaties
C
het subjectief ervaren van ontoelaatbaar gemis en emotionele relaties
D
het objectief ervaren van plezierige en toelaatbare relaties

Slide 4 - Quiz

b. Welke uitspraak over eenzaamheid klopt?
A
Eenzaamheid is een objectieve beleving.
B
Eenzaamheid gaat om kwantiteit én kwaliteit van relaties.
C
Bij eenzaamheid betekenen minder relaties meer kwaliteit
D
Eenzaamheid is plezierig en niet zorgelijk.

Slide 5 - Quiz

c. Vul de zin aan: patronen zijn gewoontes die …
A
bekend zijn en geen nieuwe uitdaging bevatten
B
onbekend zijn en nieuwe uitdagingen in de weg staan
C
bekend zijn en uitdagingen oproepen
D
bekend zijn en voortdurend veranderen

Slide 6 - Quiz

d. Wat is een gevolg van minder omgaan met anderen?
A
Het wordt moeilijker om deze negatieve spiraal te keren. 14
B
Het wordt makkelijker om de negatieve spiraal te keren.
C
Het wordt makkelijker om contacten te leggen met anderen.
D
Het wordt moeilijker om contacten te leggen met anderen.

Slide 7 - Quiz

e. Welke omschrijving past bij mensen die we de ‘zelfredzamen’ noemen?
A
Ze hebben meestal een baan en geen moeite met het aangaan van een oppervlakkig contact.
B
Ze hebben meestal nog een baan en moeite met het aangaan van oppervlakkig contact.
C
Ze hebben meestal geen baan en moeite met het aangaan van een oppervlakkig contact.
D
Ze hebben meestal nog een baan en moeite met het aangaan van diepgaand contact.

Slide 8 - Quiz

f. Welke uitspraak past het best bij de onafhankelijken?
A
Ze kunnen gewoonweg niet goed met andere mensen omgaan.
B
Ze kunnen prima omgaan met bekenden en hebben deze contacten ook nodig.
C
Ze kunnen prima omgaan met onbekenden, maar ze hebben deze contacten niet nodig.
D
Ze kunnen prima contact maken met anderen, maar ze hebben deze niet nodig.

Slide 9 - Quiz

g. Welke uitspraak past het best bij de groep die zich schaamt om te bekennen eenzaam te
zijn?
A
Deze groep doet er veel aan om niet op te vallen.
B
Deze groep doet er veel aan om op te vallen, maar de eenzaamheid blijft.
C
Deze groep schaamt zich niet om geen contacten te hebben.
D
Deze groep doet er veel aan om contact te vermijden.

Slide 10 - Quiz

h. Welke uitspraak past het best bij de groep die zegt: ‘Ik doe het anders’?
A
Ze zijn vaak in groepen te vinden en passen zich makkelijk aan.
B
Ze zijn vaak een buitenstaander en vertonen excentriek gedrag
C
Ze zijn vaak gezellig en empathisch ingesteld.
D
Ze zijn vaak op zoek naar een compromis en afstemming.

Slide 11 - Quiz

i. Welke uitspraak past het best bij de groep die zegt: ‘Een keer komt het goed’?
A
Deze groep mensen doet niet mee aan maatschappelijke activiteiten, maar zou dat wel graag willen.
B
Deze groep mensen doet mee aan maatschappelijke activiteiten, maar liever niet.
C
Deze groep mensen doet mee aan maatschappelijke activiteiten om contact te maken en respect te krijgen.
D
Deze groep mensen doet niet mee aan maatschappelijke activiteiten. Ze vinden het veiliger om een geïsoleerd bestaan te leiden.

Slide 12 - Quiz

j. Welke uitspraak past het best bij de groep mensen in de samenleving die zich afkeert?
A
Dit zijn mensen die geen contact meer willen met anderen uit kwaadheid en teleurstelling.
B
Dit zijn mensen die contact willen met anderen, maar het gelijk weer afstoten.
C
Dit zijn mensen die geen contact willen, omdat ze zichzelf prima kunnen redden.
D
Dit zijn mensen die een besluit hebben genomen om zich af te keren van de samenleving en daar een goed gevoel over hebben.

Slide 13 - Quiz

k. Eenzaamheid en sociaal isolement
A
eenzaamheid 2 - 4 - 5 - 7
B
sociaal isolement 1 - 3 - 6 - 8

Slide 14 - Quiz

l. Hoe noem je oorzaken van eenzaamheid en sociaal isolement op microniveau?
A
intra-individueel
B
intrinsiek
C
intra-groepsgericht
D
intra-complex

Slide 15 - Quiz

m. Hoe noem je oorzaken van eenzaamheid en sociaal isolement op mesoniveau?
A
interindividueel
B
intermeervoudig
C
intercomplex
D
internationaliseren

Slide 16 - Quiz

n. Welke maatschappelijke factoren op macroniveau hebben invloed op eenzaamheid en
sociaal isolement? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
gebrek aan sociale vaardigheden
B
sociale controle en verdwijnen van sociale voorzieningen
C
werkgelegenheid
D
ziekte van partner

Slide 17 - Quiz

o. In de sociologie zijn er theorieën over het sterk houden van de samenleving. Wat is volgens
sociologen een manier om de samenleving sterk te houden?
A
een afwijkende stijl of uitingsvorm tolereren
B
een eigen mening en uitingsvorm tolereren
C
geen afwijkende stijl of uitingsvorm tolereren
D
geen uitingsvorm, maar wel een eigen mening tolereren

Slide 18 - Quiz

Opdracht 2
Filmpje "Zorgenloos" 
Bekijk de volgende film en maak de opdracht. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Opdrachten maken
Invloed van eenzaamheid

Slide 21 - Diapositive

Kwetsbare groepen
welke kennen we?

Slide 22 - Carte mentale

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Welke factoren maakt iemand kwetsbaar

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Opdracht 3
Isolement door pesten - zoek 8 foto's uit die de invloed van pesten in beeld brengen. Zet bij elk beeld een pakkende tekst. maak hier een beeldpresentatie van.
(groepen van 2)

Theoriebron Sociaal Isolement en Uitsluiting

Slide 30 - Diapositive

Buitengesloten! Uitgesloten!
http://www.itsuptoyou.nu/members/

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Opdracht 4
1. Welk verhaal heeft je het meest geraakt?
2. Vind je dat een leraar iets moet doen?
3. Wat kan deze dan doen volgens jou?
4. Wat kan je zelf doen om buitensluiten in de klas te voorkomen?
5. Heb jij wel eens zoiets meegemaakt zoals de kinderen vertellen in het filmpje?
6. Hoe gaan we met elkaar zorgen dat iedereen in onze klas erbij hoort?

Slide 33 - Diapositive

Opdracht 5
Omgaan met verschillen

Je krijgt van je docent een cultuurkaart.

Slide 34 - Diapositive

Opdracht 6
Kijk naar de aflevering "Doe even normaal":

https://www.npo.nl/doe-even-normaal/20-08-2014/VPWON_1227544


Vul het netwerkcirkel van Lensink in - 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Evaluatie onderwerp
Eenzaamheid en isolement

Slide 37 - Carte mentale

Evaluatie onderwerp: eenzaamheid en isolement

Slide 38 - Diapositive