Help de Bijen - Greenpeace

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Welk van de onderstaande beestjes is een honingbij?
Honingbij
Hommel
Wesp

Slide 5 - Question de remorquage

Welk van de onderstaande beestjes is een honingbij?
Honingbij
Hommel
Wesp

Slide 6 - Question de remorquage

Bijen leven in een familie. Waar bestaat zo een 'bijenvolk' uit?
A
Een koningin, een imker (iemand die bijen houdt) en een bijenkorf
B
Zo'n 10 koninginnen en veel werksters (vrouwtjesbijen) en verdedigers (mannetjesbijen)
C
Een koningin, een aantal darren (mannetjesbijen) en heel veel werksters (vrouwtjesbijen)

Slide 7 - Quiz

Waar bouwt de honingbij zijn nest?
A
Onder de grond, in het losse zand
B
In holle bomen, bijenkasten of een bijenkorf
C
In bijenraten

Slide 8 - Quiz

Waarom maken bijen honing?
A
Bijen maken graag honing zodat mensen daar lekker van kunnen eten
B
Bijen gebruiken het om een voedselvoorraad te hebben in de winter en om hun larven te voeden.
C
Bijen maken honing voor andere dieren zoals vogels en vleermuizen.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Help de bijen!

Slide 23 - Diapositive

Handen uit de mouwen: Zaadbommen maken !

Slide 24 - Diapositive

Benodigdheden
- aarde
- water
- kattengrit
- zaad

Verhouding: 1:1

Slide 25 - Diapositive

Stap 1: Mengen maar!


Roer alle droge ingrediënten door elkaar in een kom/bekertje. Voeg dan langzaam druppelsgewijs water toe. Blijf roeren tot je merkt dat je mengsel aan elkaar blijft plakken. Maak het niet te nat.

Slide 26 - Diapositive

Stap 2: rollen
Tijd voor het echte werk: maak van je mengsel balletjes van ongeveer 3 cm doorsnede. Het is genoeg om er ongeveer 10 zaadbommen van te maken. Je kunt de bloembom eventueel nog een klein beetje afplatten (zodat het een vliegende schotel wordt). Daardoor blijft het straks op de bestemming beter liggen.

Heb je kleine zaadjes maak dan kleinere bommen. Maak je ze zo’n 2 cm groot, dan kun je er van dit mengsel 20 maken.

Slide 27 - Diapositive

Stap 3: drogen & bewaren
Je balletjes kun je in de eierdoos goed beschermd bewaren. Als je ze bijvoorbeeld in je jaszak wilt meenemen, moeten ze goed droog zijn. Laat ze dan minstens 3 dagen in het donker (!) drogen.


Ieder soort zaad heeft weer andere omstandigheden nodig om te ontkiemen. Sommige zaadjes hebben kou nodig en andere weer warmte. Zo is het ook met licht en donker.

Slide 28 - Diapositive

Tip: bewaar de zaadbommen niet te lang, want dan heb je kans dat ze niet meer ontkiemen. 

Slide 29 - Diapositive

Stap 4: bloembommen werpen

En nu is het tijd om bloembommen te werpen: op naar die plek in je buurt die wel wat bloemen kan gebruiken! Het liefst kies je een plekje met redelijk wat zon. 

Neem water mee om de bommen een frisse start te geven. Als het lange tijd niet regent, is het slim om de bommen regelmatig wat water te geven.
Als je zelf niet bij de plek kunt, ga dan bij voorkeur op een regenachtige dag, zodat de zaadjes meteen een flinke plons water over zich heen krijgen.

Slide 30 - Diapositive