Taalcompleet 5.9 A1 Les 2

Leerdoelen
Gisteren:
1. Ik kan meervoudsvormen met een korte klank goed schrijven.
2. Ik kan meervoudsvormen met een lange klank goed schrijven.
3. Ik kan een kort gesprek bij de huisarts begrijpen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
Gisteren:
1. Ik kan meervoudsvormen met een korte klank goed schrijven.
2. Ik kan meervoudsvormen met een lange klank goed schrijven.
3. Ik kan een kort gesprek bij de huisarts begrijpen.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
De vorige les:
1. Ik weet wat een korte klank is. 
2. Ik weet wat een lange klank is.
3. Ik weet hoe ik het meervoud maak in het Nederlands. 
4. Ik weet hoe ik het meervoud maak met een lange klank.
5. Ik weet hoe ik het meervoud maak met een korte klank.

Slide 2 - Diapositive

Meervoud
Lidwoord: de                     het oog --> de ogen
Uitgang: -en/-s                de wang --> de wangen
                                                 de schouder --> de schouders

LET OP:
Bij een lange klank (2 dezelfde klinkers) + medeklinker: een letter weg: 
het oog --> de ogen
Bij een korte klank + medeklinker: een extra letter: de lip --> de lippen 

Slide 3 - Diapositive

Wat is het meervoud van:
de nagel

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
de jas

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
de nek

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
de muur

Slide 7 - Question ouverte

Luister naar de docent en schrijf op.

Slide 8 - Question ouverte

Luister naar de docent en schrijf op.

Slide 9 - Question ouverte

Luister naar de docent en schrijf op.

Slide 10 - Question ouverte

Luister naar de docent en schrijf op.

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht
Luister naar het fragment.
  1. Vul de ontbrekende woorden in.
  2. Hebben de woorden een korte of een lange klank?
  3. Geef het enkelvoud van de woorden.
  4. Welke woorden in de tekst zijn enkelvoud? Wat is het meervoud?

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Luister naar het fragment. Beantwoord de vragen.
  1. Wat is de achternaam van Tom?
  2. Welke klachten heeft Tom?
  3. Wat heeft Tom volgens de huisarts?
  4. Welk recept krijgt Tom mee? Waarvoor is dit?
  5. Wie zegt 'Beterschap'?

Slide 13 - Diapositive

Meervoud met
korte klank

Slide 14 - Carte mentale

Meervoud met
lange klank

Slide 15 - Carte mentale

Leerdoelen
Vandaag:
1. Ik kan meervoudsvormen met een korte klank goed schrijven.
2. Ik kan meervoudsvormen met een lange klank goed schrijven.
3. Ik begrijp een kort gesprek bij de huisarts.

Slide 16 - Diapositive