concentratie en percentage

Concentratie

verhouding tussen een vaste stof en een vloeistof in een mengsel.


Eenheid is dus g / L

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Concentratie

verhouding tussen een vaste stof en een vloeistof in een mengsel.


Eenheid is dus g / L

Slide 1 - Diapositive

5 g zout in 100 mL water: wat is de zoutconcentratie?

A
5 g/L
B
5 g / 100 mL
C
0,5 g / L
D
50 g / L

Slide 2 - Quiz

Massapercentage

de verhouding tussen twee vaste stoffen in een mengel

de eenheid is % 


massapercentage = (massa deel / massa geheel) x 100 %

Slide 3 - Diapositive

Een 1000 g mengsel bestaat uit 800 g meel en 200 g suiker
Wat is het massapercentage suiker in dit mengsel?
A
200 g
B
2 %
C
20 %
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 4 - Quiz

Van dit mengsel schep je 100 g in een kleinere maatbeker. Wat is het massapercentage suiker van het mengsel in de kleine maatbeker?

A
20 g
B
2%
C
20 %
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 5 - Quiz

Hoeveel gram suiker bevat het mengsel in de kleine maatbeker?

A
2 g
B
20 g
C
200 g
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 6 - Quiz

Hoeveel gram suiker bevat het mengsel in de kleine maatbeker?

A
2 g
B
20 g
C
200 g
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 7 - Quiz

Wat is het massapercentage suiker in jouw stukje suikerbiet? (zie blz 18)

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Volumepercentage

de verhouding tussen twee vloeistoffen in een mengel

de eenheid is % of VOL%


volumepercentage = (volume deel / volume geheel) x 100 %

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!

maken blz 29 + 30

Hulp nodig? Haal een hulpblad op het bureau


Repetitie: vrijdag 18 januari

Slide 11 - Diapositive