intro ta3d

Een kruidvat (emmer) wordt gevuld, 
1871-1914
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Een kruidvat (emmer) wordt gevuld, 
1871-1914

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt vijf oorzaken noemen en uitleggen voor het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog.
  • Je kunt de aanleiding noemen van WO I 
  • Hierbij helpt het ook nog iets te weten van de voorgeschiedenis

Slide 2 - Diapositive

Voorgeschiedenis


Slag bij Waterloo
1815





  • Laatste grote Europese oorlog tot aan de Eerste Wereldoorlog 

Slide 3 - Diapositive

Voorgeschiedenis


Congres van Wenen
1815






  • Er komt een machtsevenwicht in Europa

Slide 4 - Diapositive

Voorgeschiedenis


De Frans-Duitse Oorlog
1870-1871






  • Frankrijk verliest de oorlog

Slide 5 - Diapositive

Vijf oorzaken en één aanleiding waren in 1914 de basis voor de Eerste Wereldoorlog. 

Slide 6 - Diapositive

Nationalisme
https://youtu.be/svRQ3jTChJU

Slide 7 - Diapositive

Nationalisme I


In 1870-1871 woedde de Frans-Duitse oorlog, die gewonnen werd door Duitsland. In het paleis van Versailles werd het Duitse Keizerrijk uitgeroepen, wat de vernedering voor Frankrijk compleet maakte. 
De Duitsers waren super trots en vastberaden om hun land nog machtiger te maken.
De Fransen daarentegen waren natuurlijk beledigd en wilde wraak. Zeker omdat ze een deel van hun land, Elzas-Lotharingen, aan Duitsland hadden moeten afstaan. 
De Engelsen keken vanaf de andere kant van het Kanaal naar het geruzie op het vasteland. Zij waren (nog) niet van plan zich ermee te bemoeien. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Oorzaak 2


Modern imperialisme


Slide 10 - Diapositive

Modern Imperialisme
In de 18e eeuw waren Frank en Groot-Brittanië begonnen met het veroveren van koloniën. Halverwege de 19e eeuw wilden ze ook graag gebied veroveren in Afrika. Eerst leegplunderen om daarna producten te verkopen. Dubbele winst: gratis grondstoffen en meer verkoop!
Als het Duitse keizerrijk wordt opgericht, wil Duitsland natuurlijk ook koloniën hebben. Daarom wordt de Conferentie van Berlijn georganiseerd.

Slide 11 - Diapositive

Modern Imperialisme
Tijdens de Conferentie van Berlijn (1884-1885) werd het continent Afrika verdeeld onder Europese landen.  Op deze manier wist Duitsland ook wat koloniën te verzamelen, maar het rijk liep natuurlijk hopeloos achter bij landen als Groot-Brittanië en Frankrijk. 
Tijdens de conferentie vond geen overleg plaats met de plaatselijke bevolking in Afrika...

Slide 12 - Diapositive

Oorzaak 3


Economische concurrentie







Een sterke industrie bracht welvaart  en bovendien is het een erezaak als jouw land voorloopt op het gebied van techniek. De onderlinge concurrentie is groot!

Slide 13 - Diapositive

Ook economische strijd
Na het uitroepen van het Duitse keizerrijk gaat het steeds beter met de Duitse industrie= concurrentiestrijd  met vooral Engeland. De Engelse regering roept haar bevolking op om vooral geen Duitse producten te kopen Maar de Duitse producten blijken erg goed te zijn, waardoor veel Engelsen toch deze producten kochten

Slide 14 - Diapositive

Oorzaak 4 Eerste Wereldoorlog 


Wapenwedloop







  • Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft

Slide 15 - Diapositive

Wapenwedloop


Engeland was dé grootmacht op zee. Maar door de industrialisatie was het voor Duitsland mogelijk om de concurrentie aan te gaan. In de Duitse Vlootwet(1898) zorgde ervoor dat de Duitse marine op grote schaal werd verbeterd. De Engelsen konden niet zomaar accepteren dat de Duitsers hun wereldmacht bedreigden en kwamen zo verzeild in een wedstrijd zonder winnaars.....

Slide 16 - Diapositive

Oorzaak 5


Bondgenootschappen







Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!

Slide 17 - Diapositive

Bondgenootschappen


Omdat Wilhelm II begreep dat Engeland en Frankrijk hem geen wereldmacht gunden, zocht hij steun bij andere landen. Hij sloot een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije. Engeland voelde zich bedreigd door dit bondgenootschap en sloot een verdrag met Frankrijk, waar later ook Rusland zich bij aansluit. 
Er ontstonden twee grote bondgenootschappen in Europa; de centralen en de geallieerden. 

Slide 18 - Diapositive

Aanleiding

Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand








De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord
door de Bende van de Zwarte Hand.

Slide 19 - Diapositive

Video
Van het een kwam het ander: 
Het startschot van de grote oorlog

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 22 - Quiz


Tussen 1815 en 1914 was het in Europa redelijk rustig. Er waren wel eens oorlogen, maar die waren niet zó groot dat heel Europa er bij betrokken werd. Een reden voor die rust was het machtsevenwicht dat er tussen de grote landen was. Maar dat veranderde: het machtsevenwicht bleef niet bestaan. 
➤Hoe kwam dat? Kies het juiste antwoord.
A
De wapenwedloop begon. Daardoor was er altijd één land sterker dan de andere landen.
B
Elk land wilde het beste en het sterkste zijn. Daarom kon een machtsevenwicht niet blijven bestaan.
C
Er kwam een nieuw groot land bij: Duitsland. Dit land wilde óók macht, net als de andere grote landen.
D
De landen veroverden steeds meer kolonies. Daardoor werden ze steeds sterker.

Slide 23 - Quiz

Wat is het verschil tussen een oorzaak en een aanleiding?

Slide 24 - Question ouverte

Oorzaken WO I

Slide 25 - Question ouverte

Wat was de aanleiding voor WO I

Slide 26 - Question ouverte

huiswerk
Lezen paragraaf 3.1 + 3.2 Bekijk video Maken 3.1: vraag 1a en 1b 3.2: vraag 1 t/m 6b VOOR ZONDAG 17:00 !!!!!

Slide 27 - Diapositive

huiswerk
Lezen paragraaf 3.1 + 3.2 Bekijk video Maken 3.1: vraag 1a en 1b 3.2: vraag 1 t/m 6

Slide 28 - Diapositive