P1 - Week 5 - Lesson 1


Week 5 - Lesson 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Week 5 - Lesson 1

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Read book
2. Check homework p. 24 - 33
3. Linking words
4. Exercises / Homework

Slide 2 - Diapositive

Read your book
In silence!
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Homework p. 29
  • 1942: Muhammad Ali was born
  • 1964: He changed his name
  • 1964-1981: boxed
  • 1966: made a stand against the Vietnam war
  • 1981: retired
  • 1984: diagnosed with Parkinson's
  • 1996: lit the Olympic Flame
  • 1999: Sportsman of the century
  • 2016: died 
  • 1. We are going on Holiday to France this year. 

Slide 4 - Diapositive

Homework p. 30
  • make a stand against his slave name
  •  a) too
  • b) they were considered less
  • fought against racism and against the Vietnam war
  • A
  • D
  • not speaking, trembling hands

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn linking words
Linking words noemen we in het nederlands voegwoorden

1. enumeration (opsomming)
2. reason (reden/verklaring)
3. examples (voorbeelden)
4. time/order (tijd / volgorde)
5. contrast (tegenstelling)
6. Sumary/conclusion (opsomming / conclusie)
7. comparison (vergelijking)
8. condition (voorwaarde)

Slide 6 - Diapositive

Enumeration (opsomming)
and = en
also = ook
or = of
moreover = bovendien
in addition = daarnaast
firstly..., secondly..., thirdly... = als eerste, als tweede, als derde

Slide 7 - Diapositive

reason (reden/verklaring)
because = omdat / want
because of = vanwege
since = sinds / aangezien
for = want / omdat
as a result = als resultaat

Slide 8 - Diapositive

time / order (tijdsvolgorde)
after = (daar)na
as soon as = zodra
while = terwijl
since = sinds
initially = eerste

Slide 9 - Diapositive

contrast (tegenstelling)
but = maar
however = echter
still = (maar) toch
(al)though = hoewel
nevertheless = desalnietemin
whereas = terwijl
yet = doch

Slide 10 - Diapositive

summary / conclusion (opsomming)
so = dus
in short = in het kort
consequently = bijgevolg / zodoende
therefore = daarom
to sum up = om op te sommon
in summary = samenvattend

Slide 11 - Diapositive

comparison (vergelijking)
as if = alsof
equally = gelijk / even
likewise = eveneens / hetzelfde
just as = net (zo) als
similarly = soortgelijk

Slide 12 - Diapositive

Condition (voorwaarde)
if = als
unless = tenzij
when = wanneer
provided that = op voorwaarde dat

Slide 13 - Diapositive

To sum up
Er zijn veel verschillende linking words met verschillende verbindingen die ze leggen.
In de woordenlijst van het portfolio vind je degenen die je zowiesow moet kennen

Slide 14 - Diapositive

Homework
* Do the LessonUp about Linking Words
* Do page 12
* Study vocabulary & Grammar

Slide 15 - Diapositive