7.4 kolonialisme en slavernij

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Trans-Atlantische slavenhandel

Slavernij van Indianen werd verboden in 1542 in Amerika.

Kolonisten lieten nu slaven komen uit Afrika.

In 350 jaar maakten 11 miljoen Afrikanen de overtocht.

Kenmerkend aspect

 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme 

Leerdoel

Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:

• waardoor de trans-Atlantische slavenhandel groeide en uiteindelijk afgeschaft werd. 

Slavernij op plantages

Een grote slavenmarkt bevond zich op Curacao.

Vanuit hier werden slaven geveild, gebrandmerkt en te werk gesteld op plantages in Suriname en Curacao.

Veel slaven gingen direct naar plantages in Noord Amerika.

Slaven waren volstrekt rechtenloos.

Nederland en de slavernij 

Aanvankelijk weerstand tegen slavenhandel.

 De oprichting van de WIC brengt hier verandering in.

 De WIC bracht aanvankelijk slaven naar Nieuw-Amsterdam, later werd dit Suriname.

 In de Trans-Atlantische slavenhandel was het Nederlandse aandeel ‘slechts’5%, maar de VOC vervoerde ook veel slaven naar Azië.

Gebruik de tekst, Toen en nu: de familie van der Vegt en afbeeldingen 7.23.
a. Over uit koloniën afkomstige slaven in Nederland is weinig bekend. Geef hiervoor een verklaring.
b. Geef aan wat door historici wordt verondersteld op basis van schilderijen zoals afbeelding 7.23

geef aan:
- wat de directe oorzaak was van de Nederlandse deelname aan de trans-Atlantische slavenhandel en
- wat de belangrijkste Nederlandse slavenkolonie in Amerika was.

Gebruik bron 10 blz 123 wb.
Noem op basis van deze bron twee verschillen tussen de slavernij in de Nederlandse gebieden in Azië en in Amerika.

Afschaffing

In 1787 werd de Society for the Abolition of the Slave trade opgericht.

In 1807 werd Britse onderdanen verboden slavenhandel te bedrijven.

In 1814 verbood de Nederlandse regering slavenhandel.

In 1860 werd de slavernij in Nederlands-Indië afgeschaft.

In 1863 in Suriname en de Nederlandse Antillen.

In 1865 in heel de Verenigde Staten (na de Amerikaanse burgeroorlog).

Noteer de nummers van de volgende feiten in volgorden van vroeger naar later: 1. Nederland schaft de slavenhandel af
2. Nederland schaft de slavernij af.
3. Nederlanders gaan deelnemen aan de slavenhandel in Zuidoost-Azië.
4. Nederlanders gaan deelnemen aan de trans-Atlantische slavenhandel.

a. Geef aan welke twee standpunten christenen hadden over de slavernij.
b. Leg een verband tussen het abolitionisme en de verlichting.

Gebruik af. 7.20
Op het schilderij zijn personen uit vier bevolkingsgroepen te zien. Geef aan wat je uit het schilderij kunt opmaken over de verhouding tussen deze personen.