Karneval

Karneval in Deutschland
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Karneval in Deutschland

Slide 1 - Diapositive

Karneval
Ik vind Karneval een fantastisch feest.
Ik ben een keer bij een karnevals optocht geweest.
Ik heb wel vaker karneval gevierd.
Ik heb nog nooit iets met karneval gedaan.

Slide 2 - Sondage

2

Slide 3 - Vidéo

00:07
Rheinland
Südwesten
Bayern
Karneval
Fastnacht
Fasching

Slide 4 - Question de remorquage

00:25
Karneval (Carnelevale) bedeutet?
A
Festen
B
Essen
C
Fleischwegname

Slide 5 - Quiz

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?

A
Atemlos
B
Pirate
C
Kölle Alaaf
D
Pieëlhaze

Slide 6 - Quiz

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?

A
Einen Stern
B
Fliegerlied
C
Kölle Alaaf
D
Knolbeat

Slide 7 - Quiz

Rheinland
Bayern
Franken
NUR Düsseldorf

Slide 8 - Question de remorquage

Tot wanneer duurt de vastentijd
(Fastenzeit)?
A
Weihnachten
B
Pfingsten
C
Ostern
D
Tag der deutschen Einheit

Slide 9 - Quiz

Karneval, Fasching en Fastnacht
A
betekenen niet hetzelfde
B
betekenen hetzelfde

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

In Köln feiern die Jecken Rosenmontag
Wat zijn Jecken?
A
de prins en de raad van 11.
B
carnavalsvierders
C
mannen met jassen
D
de burgemeester en wethouders van Keulen

Slide 12 - Quiz

An den Umzug nehmen etwa 11.000 Karnevalisten teil.
Wat betekent Umzug?
A
omkleden
B
optocht
C
uitgang
D
kostuum

Slide 13 - Quiz

Ein Karnevalswagen nimmt Schulz und Merkel aufs Korn.
Wat betekent aufs Korn nehmen?
A
aandacht besteden aan
B
uitbeelden
C
onder schot nemen
D
bespotten

Slide 14 - Quiz

die Tanzgarden dürfen nicht fehlen.
Wat betekent dürfen nicht fehlen?
A
zijn niet met veel dansers aanwezig.
B
kunnen niet veel.
C
mogen niet ontbreken.
D
kunnen niet dansen

Slide 15 - Quiz

Die Zugstrecke ist etwa .. km lang
A
5
B
8
C
7.5
D
6.5

Slide 16 - Quiz

die Perücke
das Kostüm
die Maske
die Schminke

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Vidéo

Op Weiberfastnacht werken de meeste mensen
A
wel
B
niet

Slide 19 - Quiz

Op Weiberfastnacht hebben de vrouwen de macht. Wat doen de vrouwen?
A
Ze kussen iedereen
B
Ze laten hun mannen thuis om alleen carnaval te vieren
C
Ze knippen bij de mannen de stropdas af
D
Ze kopen een schaar

Slide 20 - Quiz

Der Tag an dem die Umzüge stattfinden
Ein Synonym für Karneval
Eine Parade durch die Stadt
Die Zeit vor dem Fasten, in der die Menschen feiern
Der Rosenmontag
Der Umzug
Der Fasching
Der Fastnacht

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Leev Marie
B
Hey, wir wollen die Eisbären sehen
C
Alaaf!
D
Alle Jläser huh

Slide 22 - Quiz

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Hey, wir wollen die Eisbären sehen
B
Kölle Alaaf
C
Atemlos
D
Pirate

Slide 23 - Quiz

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Hey, wir wollen die Eisbären sehen
B
Kölle Alaaf
C
Alle Jläser huh
D
Rot, gelb, grün

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive