Herhaling voltooid deelwoord en gezegde

Voltooid deelwoord
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 2 - Quiz

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisterenavond samen macaroni gegeten
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 3 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 4 - Quiz

Wanneer gebruik je een
voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond. 

Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend → De regen is voorbij, het is nu droog.

Slide 5 - Diapositive

Voltooid Deelwoord
- Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt
- Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven
- Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd
- Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 6 - Diapositive

Voltooid Deelwoord
Om te horen of je een -d of -t aan het eind schrijft, gebruik je de verleden tijd:

- Ik trainde hard - Ik heb hard getraind.
- Hij mikte de bal - Hij heeft de bal gemikt

Slide 7 - Diapositive

Waarmee kunnen voltooid deelwoorden beginnen?

Slide 8 - Question ouverte

Oefenen: Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

bereiken
A
bereikt
B
bereikd

Slide 10 - Quiz

Wat is het volooid deelwoord van:

antwoorden
A
geantwoord
B
geantwoort

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

verven
A
geverft
B
geverfd
C
gevervt
D
gevervd

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 13 - Quiz


In Nederland wordt steeds vaker ........(pinnen)
A
gepind
B
gepint

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat is het gezegde?
Mijn moeder heeft gisteren hard gewerkt.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
De bomen krijgen in de lente nieuwe blaadjes.

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
Ik moet al mijn huiswerk nog maken.

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
Mag ik jouw blauwe stift lenen?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
De chocolade melk wordt warm gedronken.

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
Jij moet je boek nog kaften.

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
Onze kat had een muis gevangen.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De meisjes zijn aan het tiktokken.
A
De meisjes
B
zijn aan het
C
zijn aan het tiktokken
D
zijn tiktokken

Slide 25 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in:
Waarom belt hij mij niet op?
A
belt
B
belt op
C
belt hij mij op
D
niet

Slide 26 - Quiz