2.4 Kustvormen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Planning:

- Herhalen par. 2.3

- Uitleg soorten kusten par. 2.4

- Zelfstandig werken

Meander - hoefijzermeer

• In de buitenbocht stroomt het water sneller dan in de binnenbocht. 
• In de buitenbocht wordt materiaal meegenomen, in de binnenbocht wordt het neergelegd. 

uitleg/aantekeningen 2.4 

Golven

• Golven zijn rimpels in het water die ontstaan door de wind die over het wateroppervlak waait. Afhankelijk van: 

1. Kracht van de wind
2. Tijd die de wind waait
3. Afstand die de golven hebben afgelegd

Golven

De zee bouwt op

• De breking van golven in het zeewater noemen we de branding
• Aanslibbingskust
• Strandwallen
• Kustduinen

Aanslibbingskust

• De zee bouwt de kust op.

1. De zee legt zand neer op de strandwallen.
2. De wind neemt het zand mee naar de kustduinen. 
3. Het zand wordt vastgehouden door gras.

Aanslibbingskust

Hebben we in Nederland een aanslibbingskust of een afbraakkust?

1. Aanslibbingskust
2. Afbraakkust

9. Wat is waar over de kust in Nederland?

1. Meer sedimentatie dan erosie
2. Erosie en sedimentatie zijn in evenwicht.
3. Meer erosie dan sedimentatie

Afbraak- (klif)kust

Afbraakkust

Kust waarbij het wegslaan van gesteente overheerst.

Klifkust

• De zee breekt de kust af.

1. De zee erodeert zwakke plek
2. De scheur wordt groter en vormt een grot
3. De grot breekt door en een boog ontstaat

Welk soort kust is een klifkust?

1. Afbraakkust
2. Aanslibbingskust

Wat is waar over een klifkust?

1. Meer sedimentatie dan erosie
2. Erosie en sedimentatie zijn in evenwicht.
3. Meer erosie dan sedimentatie