7.4 Formules, tabellen en grafieken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

H7.4 Lesdoel

1. Herkennen van het begingetal en het stijg- en daalgetal  in een formule.
2. kun je de formule berekenen en uitzetten in een tabel. 
3. kun je formules veranderen

Wat weet je van een formule?

brandstofverbruik = 4000 liters  - (aantal  uren x 1000)

Je inkomsten :  variabel 2 euro per uur en vaste kosten 5 euro. 

 Je werkt maandag 4 uren: inkomsten =  (4 x 2 euro) + 5 euro = 13 euro    

Welke is een formule?

1. Inkomsten in €
2. Inkomsten: aantal uren x € 5
3. Inkomsten: € 25 + € 5 x aantal uren
4. aantal gewerkte uren

Hoe heet de rode lijn in de figuur hiernaast?

1. Een schuine lijn
2. Een diagonaal
3. Een assenstelsel
4. Een grafiek

Is de rode grafiek een stijgende of een dalende grafiek?

1. Een stijgende
2. Een dalende
3. Een afwijkende
4. Het blijft gelijk

Waarom is deze grafiek een dalende grafiek?

Wat is het daalgetal in de formule:
bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken

1. Daalgetal = -10
2. Daalgetal = -140
3. Daalgetal = 10
4. Daalgetal = 140 - 10

Wat is het begingetal in de formule:
bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken

1. Begingetal = -10
2. Begingetal = 140
3. Begingetal = 10
4. Begingetal = 140 - 10

Als er een + (plus) staat na het begingetal wordt het een stijgende grafiek en als er een - (min) staat na het begingetal wordt het een dalende grafiek
" bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken "

1. Ja, plus is stijgende grafiek en min is dalende grafiek
2. Nee, plus is dalende grafiek en min is stijgende grafiek
3. Nee, de plus moet voor het begingetal staan
4. Nee, de min moet voor het begingetal staan

Bedenk een verhaaltje bij de formule:
bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken

Verander het daalgetal in de formule
naar een ander stijggetal:
bedrag in € = 140 - 10 x tijd in weken