2.3 en 2.4 Reductie delingen en geslachtskenmerken

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

2.3 en 2.4 Reductie delingen en geslachtskenmerken

Leerdoelen

Je kunt het doel van reductie delingen beschrijven

Je kunt de vorming van paren chromosomen bij de bevruchting beschrijven

Je kunt omschrijven wat primaire en secondaire geslachtskenmerken zijn

Je kunt de processen tijdens de mentruatiecyclus beschrijven

Geslachtelijke voortplanting

Om een kind te krijgen zijn er 2 mensen nodig (man en vrouw)

Een zaadcel bevrucht de eicel. De kernen smelten samen en hieruit ontstaat een baby

Een menselijke cel heeft 46 chromosomen

Zaadcel en eicel hebben er 23

Mitose= gewone celdeling

elk nieuw lichaamscel die ontstaat heeft 46 chromosomen

Meiose= Reductiedeling

de geslachtscellen zijn anders dan de normale lichaamscellen

Dit zijn de zaad- en eicellen deze hebben 23 chromosomen

de geslachtscellen ontstaan door REDUCTIEDELING

Reductiedeling

Meiose ( reductiedeling)

Geslachtskenmerken: primair en secundair

Primaire geslachtskenmerken:

Aanwezig bij de geboorte:

- schaamlippen, vagina

- penis, balzak

Secundaire geslachtskenmerken:

Ontstaan in de puberteit. 

- borsten, ronde vormen

- borsthaar, baardhaar, baard in de keel

Hypofyse

Er worden hormonen afgegeven door de hypofyse (via hormoonklieren)

Mannelijk geslachtshormoon --> testosteron

Vrouwelijk geslachtshormoon --> oestrogeen

Menstruatiecyclus 

• Menstruatiecyclus               Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Wat ga je doen

2.3 maak opdracht 12 tot en met 17

2.4 maak opdracht 19 tot en met 24