Formuleren 4: incongruentie en zinnen begrenzen

Welkom
Ga zitten, pak je boek.  
Leg ook alvast je pen en schrift klaar. 

                                                    Nederlands havo 4
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga zitten, pak je boek.  
Leg ook alvast je pen en schrift klaar. 

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Formuleren
Doel: ik kan incongruenties herkennen en verbeteren.

Doel: ik kan zinnen correct begrenzen.

Slide 3 - Diapositive

Incongruentie
Getal onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn: allebei enkelvoud of allebei meervoud.
Let op: 
  • (aan) voor de zin: (aan) de leerlingen wordt gevraagd.
  • kern van de lange woordgroep: dertig procent van de mensen is te dik. 
  • 2x enkelvoud: Zowel Patrick als Jord vindt het leuk. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Opdracht
  • Maak H7 P3 1 en 2
  • Kijk na
  • Neem H7 P7 door
  • Kruis aan welke je wilt bespreken
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Bespreken
  • We bespreken H7 P3 
  • Vragen over het huiswerk H2 P4 en/of H7 P2?

Slide 7 - Diapositive

Waarom?
Als je een zin schrijft zonder komma's en punten krijg je dus zoiets en dat is supervervelend om te lezen ook wordt het lastig om te begrijpen waar het einde van je verhaal is doordat je niet zo goed weet waar een zin begint en eindigt waardoor je dus weer volledig de weg kwijt bent en je je afvraagt of je het eigenlijk nog wel kan volgen

Slide 8 - Diapositive

Uitleg
1. Uitleg hoofdzin en bijzin
2. Uitleg zinnen begrenzen
3. Uitleg zinnen onjuist begrenzen

Slide 9 - Diapositive

 Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin: er kan geen ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan. 
Test dit met het woordje "niet". 

Het niet  is alweer bijna carnaval. Daar hebben niet we allemaal heel veel zin in.


Slide 10 - Diapositive

Hoofdzin en bijzin
Bijzin: er kan wel een ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.
Test dit met het woordje "niet".

omdat hij niet blij was vandaag
zodat Keesje niet meer zo vaak ging voetballen

Slide 11 - Diapositive

Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer.
A
Bijzin - bijzin
B
Hoofdzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
Bijzin - hoofdzin

Slide 12 - Quiz

We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.
A
Hoofdzin - bijzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - hoofdzin
D
Bijzin - bijzin

Slide 13 - Quiz

Zinnen begrenzen
1. Wanneer mag je twee zinnen met elkaar verbinden met een komma?
Hoofdzin (HZ) + bijzin (BZ)
Bijzin (BZ) + hoofdzin (HZ)

We hebben zin in de vakantie (HZ), omdat het dan weer carnaval is (BZ).
Omdat het dan weer carnaval is (BZ), hebben we zin in de vakantie.(HZ)


Slide 14 - Diapositive

Zinnen begrenzen
2. Wanneer mag je een zin afsluiten met een punt?

Hoofdzin 

Ik ga vandaag naar school.

Slide 15 - Diapositive

Zinnen begrenzen
3. Wanneer mag je twee zinnen verbinden met 'en', 'maar', 'of', 'want', of 'dus'?

Hoofdzin + hoofdzin

Gisteren was ik niet op school en vandaag ben ik er weer.
Gisteren niet was ik niet op school en vandaag niet ben ik er weer.

Slide 16 - Diapositive

Zinnen onjuist begrenzen
Het kan op twee manieren fout gaan:
1. twee hoofdzinnen onterecht aan elkaar plakken door een komma (hoofdzin "komma"  hoofdzin)

2.  een zinsdeel (bijzin) dat bij een zin hoort ten onrechte los laten staan en afsluiten met een punt (bijzin  "punt")

Slide 17 - Diapositive

1. Zinnen plakken
-twee hoofdzinnen onterecht aan elkaar plakken door een komma (hoofdzin "komma"  hoofdzin)

Fout: Gisteren was ik niet op school, vandaag ben ik er weer.
Fout: Het is alweer bijna carnaval, daar hebben we allemaal heel veel zin in. 

Slide 18 - Diapositive

1. Zinnen plakken
Verbetering: zet een punt of plaats 'en', 'maar', 'of', 'dus' of 'want'.

Fout: Gisteren was ik niet op school, vandaag ben ik er weer.

Goed: Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer
Goed: Gisteren was ik niet op school en vandaag ben ik er weer.



Slide 19 - Diapositive

2. Losstaand zinsgedeelte
- Losse bijzin: een zinsdeel (bijzin) dat bij een zin hoort ten onrechte los laten staan en afsluiten met een punt (bijzin "punt")

Fout: We hebben zin in de vakantie. Omdat het dan weer carnaval is.
Fout: Hij heeft heel hard getraind. Zodat hij de marathon kon lopen.

Slide 20 - Diapositive

2. Losstaand zinsgedeelte
Verbetering: Vervang de punt door een komma.

Fout: We hebben zin in de vakantie. Omdat het dan weer carnaval is.
Goed: We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.

Slide 21 - Diapositive

Tegenwoordig lijkt de aarde steeds meer op te warmen, daardoor smelten de ijskappen.
A
Hoofdzin - hoofdzin
B
Bijzin - bijzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
Bijzin - hoofdzin

Slide 22 - Quiz

Tegenwoordig lijkt de aarde steeds meer op te warmen, daardoor smelten de ijskappen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

De supermarkt is erg ver weg. Daarom moeten we een heel stuk lopen, dat vind ik best wel vervelend.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Opdracht
H7 P7: maak opdracht 1 en 2 
- zelf
- deels samen
- helemaal samen
timer
15:00

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Opdracht 1
De populairste bestemming voor een tussenjaar is Australië. Je kunt daar op een working holiday visa maximaal een jaar lang reizen. Als je tussen de 18 en 30 jaar bent, kun je overal werken, bijvoorbeeld als cowboy/girl, duikprofessional of surfinstructeur. Daarmee verdien je ook nog eens behoorlijk goed. Australië is bovendien een geweldig land. De (of: land: de) sfeer is erg relaxt, doordat de meeste mensen er supervriendelijk zijn. Kom dus!

Slide 27 - Diapositive

Opdracht 1
Verkeersongelukken worden door velen als de gewoonste zaak van de wereld beschouwd. Ongevallen op de weg zijn de regel, terwijl bijvoorbeeld ongelukken met treinen, vliegtuigen en schepen de uitzondering vormen. Hoewel niemand tegen bevordering van de verkeersveiligheid is, wordt de prijs daarvoor als te hoog beschouwd. Veel automobilisten overschatten hun rijvaardigheid. Ze denken dat hún niets zal overkomen, waardoor helaas de prioriteit om de verkeersonveiligheid aan te pakken laag blijft.

Slide 28 - Diapositive

Opdracht 1
We moeten in Nederland van het aardgas af. Aardgas is een fossiele brandstof die zorgt voor de uitstoot van CO2, wat (of: CO2. Dat) leidt tot opwarming van de aarde. In huis gebruiken we aardgas om te koken en om water te verwarmen. Voor dat laatste is een zonneboiler een goed alternatief. Die verwarmt water met zonlicht. Ook koken kan elektrisch, bijvoorbeeld op een inductiekookplaat. Dat is bovendien erg veilig, omdat er geen vuur en gas meer worden gebruikt en je pit alleen warm wordt als die in contact komt met een pan. Daardoor gaat er minder energie verloren.

Slide 29 - Diapositive

Opdracht 1
Of:
Dat is bovendien erg veilig, omdat er geen vuur en gas meer worden gebruikt. Ook wordt je pit alleen warm als die in contact komt met een pan, waardoor er minder energie verloren gaat .

Slide 30 - Diapositive

Opdracht 1
Van tijd tot tijd laait de discussie weer op. Zou (Of: op: zou) het openbaar vervoer niet gratis moeten? Dat zou immers beter zijn voor het milieu, want je krijgt er vast mensen mee uit de auto. Dat is ook gunstig dus voor het fileprobleem. (Of: auto, wat ook gunstig is voor het fileprobleem.) Natuurlijk wordt het vervoer in werkelijkheid niet echt gratis, omdat alles nu eenmaal betaald moet worden. Het wordt alleen bekostigd via de belastingen. Gratis OV vergroot ook de mobiliteit voor mensen met een laag inkomen, zoals senioren. Die kunnen zo misschien hun sociale isolement doorbreken.




Slide 31 - Diapositive

Huiswerk
  • H7 P3 af + nagekeken
  • 1 december Dagen van gras uit
  • 24 november toets Formuleren P1/P2/P3/P7

Slide 32 - Diapositive