5H - H10 - VK+10.1A

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Hoofdstuk 10

Statistiek gebruiken

Welke begippenpaar noemen we meetniveau's?

1. kwalitatief/kwantitatief
2. nominaal/ordinaal
3. discreet/continu

Bij welke van de twee is sprake van hoeveelheden?

1. kwantitatieve gegevens
2. kwalitatieve gegevens

De variabele "opleidingsniveau" is

1. kwantitatief
2. kwalitatief

Wat is het meetniveau van de variabele "opleidingsniveau"?

1. nominaal
2. ordinaal
3. kwalitatief
4. discreet

De variabele "aantal broer/zussen" is

1. kwantitatief
2. kwalitatief

De variabele "aantal broers/zussen" is

1. discreet
2. continu

1. Links is een relatieve cumulatieve frequentiepolygoon
2. Nee hoor, rechts

1. 4
2. 28
3. 32
4. dat is onbekend

Centrummaten

Spreidingsmaten

Niet van toepassing

gemiddelde

modus

mediaan

spreidingsbreedte

kwartiel-afstand

Standaard-afwijking

millimeter

continu

m²

De drie getallen hiernaast corresponderen met de drie centrummaten.
Welke centrummaat hoort bij 1?

1. mediaan
2. gemiddelde
3. modus

Maak af

1. 1: mediaan 2: gemiddelde
2. 1: gemiddelde 2:mediaan

Welke verdelingskromme past het best bij de boxplot hiernaast?

1. 
2. 
3. 

Woordparen

Centrum- en spreidingsmaten

Twee nieuwe 

diagramen

Maak nu de opgaven van les 1

Voorkennis: 1, 2, 3

Paragraaf 10.1: 1 t/m 5