Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Argumentatie les 2
havo/vwo 3
Slide 1 - Diapositive
Argumenten
Als jij iemand wil overtuigen van je standpunt, dan onderbouw jij je standpunt met argumenten.
=> Je kunt niet alleen iets roepen zonder het te onderbouwen.
De structuur van het standpunt met alle argumenten heet een argumentatiestructuur.
Slide 2 - Diapositive
soorten argumenten 1
Een feitelijk argument kun je controleren.
=> Dit betekent niet per se dat het ook waar is.
Voorbeeld:
Ik ga graag naar Cinerama, want die bioscoop is bij mij om de hoek.
Slide 3 - Diapositive
soorten argumenten 2
Een waarderend argument kun je niet controleren.
Dit is wat iemand zelf ergens van vindt: een mening.
Voorbeeld:
Ik ga graag naar Cinerama, want dat is de mooiste bioscoop van Rotterdam.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Je weet nu
Iedereen mag een mening (standpunt) hebben.
Eens standpunt heeft een onderbouwing nodig => argumenten.
Je hebt feitelijke en waarderende argumenten.
Slide 6 - Diapositive
soorten argumentatie
enkelvoudige argumentatie:
De schrijver gebruikt één enkel argument.
meervoudige argumentatie: De schrijver gebruikt meerdere argumenten.
=> Je leert twee vormen van meervoudige argumentatie.
Slide 7 - Diapositive
enkelvoudig
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Het gaat ten koste van je vrije tijd.
want
dus
Slide 8 - Diapositive
meerdere argumenten 2x
Twee vormen:
nevenschikkende argumentatie neven = naast De argumenten zijn allemaal even belangrijk
Slide 9 - Diapositive
nevenschikkend
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Het gaat ten koste van je vrije tijd.
Er is geen docent die je kan helpen.
want
dus
Slide 10 - Diapositive
meerdere argumenten 2x
nevenschikkende argumentatie
onderschikkende argumentatie: De schrijver gebruikt ondersteunende argumenten bij een argument.
Slide 11 - Diapositive
onderschikkend
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Als je iets niet snapt, kun je niet verder.
Er is geen docent die je kan helpen.
want
dus
Slide 12 - Diapositive
meerdere argumenten 2x
De eerder genoemde argumentatiestructuren worden ook door elkaar gebruikt.
Slide 13 - Diapositive
combinatie neven- en onderschikkende argumentatie
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Vidéo
Je weet nu
Wat enkelvoudige argumentatie is.
Wat nevenschikkende argumentatie is.
Wat onderschikkende argumentatie is.
Dat nevenschikkende en onderschikkende argumentatie ook door elkaar gebruikt worden.
Je kunt de argumentatiestructuur van een tekst schematisch weergeven (wordt verder nog geoefend tijdens de opdrachten)
Slide 17 - Diapositive
Lesboek
Slide 18 - Diapositive
Lesboek - blz. 80
Noteer in je schrift 'Lezen h3, blz. 80'
Voor de kantlijn: startopdracht
Slide 19 - Diapositive
Lesboek - blz. 80
Lees tekst 1
=> Er is iets vreemds aan de hand!
Maak vervolgens alleen vraag 1 van de startopdracht. Zie volgende dia.
Slide 20 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde van de alinea's? (vraag 1 van de startopdracht)
1
2
3
4
5
A
B
C
D
E
Slide 21 - Question de remorquage
opdracht 1- blz. 82
Maak de vragen 1 t/m 6 van opdracht 1 op blz. 82 in je schrift.
=> Voor vraag 6 moet heb je een blokjesschema nodig. Neem het schema over in je schrift (zie volgende dia) en vul het in met de informatie uit tekst 1.