les 2.7 - pnw + bznw + hulpww + zww


Oefentoets zinsontleding        10 min.
Herhalen woordsoorten B1        5 min.
Uitleg                                                 10 min.
Test Jezelf les 3.7                         15 min.


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Oefentoets zinsontleding        10 min.
Herhalen woordsoorten B1        5 min.
Uitleg                                                 10 min.
Test Jezelf les 3.7                         15 min.


Slide 1 - Diapositive

Vorige les: herhalen
  • werkwoord
  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • voorzetsel

Slide 2 - Diapositive

De
bloemen
rode
vallen
ernaast.
lidwoord
zelfst. nw.
Bijvoegl. nw.
voor-zetsel
werk-woord

Slide 3 - Question de remorquage

2.7 grammatica
Lesdoel:
  • persoonlijk vnw
  • bezittelijk vnw
  • zelfstandig werkwoord
  • hulpwerkwoord

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord (PSV)
Duidt iets of iemand aan. Zorgt voor variatie in woorden.


ik
hen
jij
hem
we
zij
wij
ons
je
Het konijn is vandaag doodgegaan, ook al leek het zo gezond.
Twijfel je of het een PSV is? Vervang het door een naam! Kan dat? PSV!


Hij heeft heel goed zijn best gedaan vandaag.
(Mauro) heeft heel goed zijn best gedaan vandaag. 
mij
hij
jullie
het
u
ze

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn de persoonlijk vnw. in deze zin?

Zij geeft de kaarten aan ons.

Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn de persoonlijk vnw. in deze zin?

Daarna kan zij ze aan jullie geven.

Slide 11 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord (BZV)
Staat altijd vóór het woord waar het bij hoort (vaak een ZN)!


hun
zijn
jouw
mijn
jullie
haar
uw
onze
je
Heb je tijdens onze vakantie mijn cadeau aan haar vriend gegeven?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat is het bezittelijk vnw. in deze zin?

Doet jullie computer ook zo raar?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het bezittelijk vnw. in deze zin?

De mijne vertoont blijkbaar kuren.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wat is het hoofdtelwoord?

Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het rangtelwoord?

Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.

Slide 18 - Question ouverte

Ik
elke
fiets
dag
naar
school.
persoonlijk vnw
zelfst. nw.
voorzetsel
zelfstandig werk-woord
telwoord
zelfst. nw.

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Maken: grammatica les 3.7 - Test Jezelf
                                                                       
                                                                 
timer
10:00
Klaar? 

  • Leesboek
  • ander huiswerk
  • Cody Cross

Slide 21 - Diapositive

Afsluiting
  • Huiswerk: les 2.7 opd. 7 + 9 t/m 13
  • Volgende les: les 2.7                                                  - telwoord

Slide 22 - Diapositive