Les 5: Hoofdstuk 5: De Koude Oorlog: Het einde is in zicht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5

De Koude Oorlog

1945-1989

Het einde is in zicht

Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je:

- twee redenen benoemen waardoor de Berlijnse muur in 1989 viel.

- vertellen wat de Duitse eenwording betekende voor de Duitsers.  

Planning:

1). Terugblik stof (vragen)

2). Gevolgen Gorbatsjovs hervormingen

3). Val van de Berlijnse Muur

4). Eenwording Duitsland

5). Gevolgen eenwording Duitsland

6). Aan de slag (HW opdrachten of presentatieopdracht)

7). Exit ticket

Komt dit straatbeeld uit een Oostblok of uit een Westblok land?

Leg je antwoord uit aan de hand van de afbeelding

Oostblok

Westblok

Waarom is het vreemd dat de Duitse Democratische Republiek zo heet?

1. De DDR is géén onderdeel van Duitsland
2. De DDR is géén republiek, want er is een erfelijk staatshoofd
3. De DDR is géén democratie, want er is maar één partij
4. Deze vraag is een instinker. De DDR is geen vreemde naam voor Oost-Duitsland

Wat zien we op de twee afbeeldingen hiernaast?

Waar en waarom is het gebouwd?

Michael Gorbatsjov werd in 1985 de leider van de SU. Hij zag dat het economisch slecht ging met de SU en hier wilde hij iets aan doen.

Wat deed Gorbatsjov om de economie te verbeteren?

1. Hij voerde het kapitalisme in door hervormingen (perestrojka), waarvan glasnost (vrijheid van meningsuiting) een deel van deze hervormingen was.
2. Hij voerde hervormingen (perestrojka) door binnen de SU. Een van deze hervormingen was glasnost, oftewel landbouw hervormingen.
3. Hij voerde hervormingen (glasnost) door binnen de SU. Een van deze hervormingen was perestrojka, oftewel politieke hervormingen.
4. Hij voerde hervormingen (perestrojka) door binnen de SU. Een van deze hervormingen was glasnost, oftewel het invoeren van meer vrijheid van meningsuiting.

Grote veranderingen die Gorbatsjov doorvoerde:

1). Minder bemoeienis met           de economie (vrije kleine          bedrijven)

2). Ontwapening (minder               geld leger)

3). Glasnost 

    ("Openheid". Meer                      vrijheid van meningsuiting)

4). Bestuur werd                               democratischer (meer               partijen toegestaan) 

1985: De Sovjet-Unie krijgt een nieuwe leider, Michael Gorbatsjov

Het gaat slecht met de economie in de Sovjet-Unie. Daarom besluit ik tot een perestrojka van de economie.

Leider DDR: Honecker

Jullie moeten opener en democratischer worden. Anders steunt de SU jullie niet meer.

Ik wil geen veranderingen. Dus laat ik het rustig aan doen...

Leider SU: Gorbatsjov

1985

Hoe reageert de bevolking op de houding van Honecker?

Link: https://schooltv.nl/video/de-val-van-de-berlijnse-muur-het-einde-van-de-koude-oorlog/

Noteer het antwoord ergens

1989: Val Berlijnse Muur

Weg met de Muur!!!

1990: Duitse eenwording

Wat waren de gevolgen van de Duitse eenwording voor de Oost- en West-Duitsers?

Zoek het op in: §4.3: Een nieuw Duitsland in een nieuw Europa

West-Duitsers

Oost-Duitsers

Vrij reizen

Verschillende politieke partijen 

Hogere belasting

Deel West-Duitsers niet blij

Meeste mensen accepteren hogere belasting

Kapitalisme

Duurder leven

Werkloosheid

Zwakke bedrijven failliet 

Huiswerk:

§4.2: De val van de Muur

Opdracht: 8 t/m 11

§4.3: Een nieuw Duitsland in een nieuw Europa:

Opdracht: 12 t/m 19

Presentatieopdracht: 

+ Afronden presentatieopdracht

Vragen over presentatieopdracht? --> Stel ze aan de docent

Datum presentaties: dinsdag 1 juni 2021 

(Let op: Volgende week presenteren!!!)

Afsluiting

Waarom viel de Berlijnse Muur in 1989? 

Noem minimaal twee redenen. 

Wat betekende de Duitse eenwording voor de Duitsers? 

Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld

Exit ticket

Wat ging goed deze les?

Wat ging minder goed?

Exit-ticket vragen bij deze les:

1). Waarom viel de Berlijnse Muur in 1989?

Noem minimaal twee redenen. 

2). Wat betekende de Duitse eenwording voor de Duitsers? 

Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld

3). Wat ging er goed deze les?

4). Wat ging er minder goed deze les?

5). Hoe ver is je groepje met de presentatieopdracht?