1MH zak. lezen §4.4 i-uur

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

zakelijk lezen

§4.4

Hoe zit je er bij?

😒🙁😐🙂😃

lesinhoud

• deze week,
• instructie mavo over hoofdgedachte, titel, onderkop, signaalwoorden en tekstopbouw, 
• quiz,
• instructie havo over feit, mening en toetsvragen,
• quiz,
• vooruitblik,
• check out.

deze week

mavo §4.4 hoofdgedachte

Een schrijver wil de lezer iets vertellen met zijn tekst, dit noem je de hoofdgedachte. Als je het onderwerp van de tekst weet, kan je achter de hoofdgedachte komen door te vragen: 'Wat wil de schrijver mij vertellen over dit onderwerp?' Het antwoord is de hoofdgedachte van de tekst. De hoofdgedachte omschrijf je in een zin.

Onderwerp: vriendschap

vraag: Wat wil de schrijver mij vertellen over vriendschap?

hoofdgedachte: Vriendschap is het allerbelangrijkste in het leven van een scholier.

mavo §4.4 titel, kop en onderkop

Een titel is een naam van een boek, werkstuk of hoofdstuk. Een kop staat boven een krantenartikel of advertentie.

Een onderkop staat onder de kop van een artikel en zegt nog meer dan de kop waar het artikel over gaat. De onderkop staat in kleinere letters, die wel dik gedrukt zijn.

mavo §4.4 signaalwoorden en zins- en alineaverbanden

Signaalwoorden laten zien wat zinnen met elkaar te maken hebben. Ze geven de verbanden aan. Signaalwoorden helpen je om informatie te vinden in een tekst. Ala je op zoek bent naar een oorzaak van iets dan zoek je naar de signaalwoorden doordat, daardoor of zodat. Op die manier begrijp je tekst beter.

mavo §4.4 tekstopbouw

Een tekst is vaak opgebouwd uit drie delen; een inleiding, middenstuk en een slot.

In de inleiding staat waar de tekst over gaat en wordt de aandacht van de lezer getrokken. De inleiding bestaat meestal uit één alinea.

In het middenstuk (ook wel kern genoemd) staat informatie over het onderwerp. Het middenstuk kan uit meerdere alinea's bestaan en iedere alinea geeft nieuw informatie over het onderwerp.

In het slot wordt de tekst afgesloten. Het slot bestaat meestal uit één alinea.

mavo §4.4 precies lezen

Nadat je een tekst verkennend en globaal hebt gelezen, lees je de tekst precies.

Je leest de tekst helemaal en let op: 

• de inleiding, 
• het slot,
• signaalwoorden.

Wat is een ander woord voor titel?

1. kop
2. onderkop
3. alinea
4. hoofdgedachte

Welke vraag stel je om de hoofdgedachte van een tekst te achterhalen?

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

1. daarom
2. doordat
3. achteraf
4. daarnaast

Wat geeft een signaalwoord aan?

Uit welke drie delen bestaat een tekst?

wat weet je over
een feit?

Wat weet je over
een mening?

havo §4.4 feit en mening

In een tekst kunnen feiten en meningen staan. Een feit is waar en kan je controleren. Een mening (opinie) is wat iemand ergens van vindt, je kan het wel of niet mee eens zijn.

havo §4.4 toetsvragen

Er zijn open en gesloten vragen. Bij een open vraag formuleer je zelf het antwoord en bij een gesloten vraag kies je uit de mogelijkheden die gegeven zijn (ja, nee, A, B, enz.).

Tips voor het beantwoorden van toetsvragen:

• neem de tijd,
• lees zorgvuldig,
• vergeet niks,
• doe niet te veel,
• ken de studiewoorden.

Is de zin hieronder een feit of een mening?
'Schaatsen is het leukste wat er is.'

1. feit
2. mening

Is de zin hieronder een feit of een mening?
'De hoofdstad van Nederland is Amsterdam.'

1. feit
2. mening

Welke twee soorten toetsvragen ken je?

vooruitblik

tijdens de volgende les ga ik bewijs 3 uitleggen en gaan we het hebben over boeken.

Mijn concentratie was deze les...

goed

voldoende

onvoldoende

Ik vond deze les

leuk

stom