GS herh 5.1 en intro 5.2 les 1/2 TL 3

Oefentoetsje 5.1
Check hiermee of je de leerdoelen van 5.1 hebt gehaald.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefentoetsje 5.1
Check hiermee of je de leerdoelen van 5.1 hebt gehaald.

Slide 1 - Diapositive

5.1 leerdoel 1
Je kunt uitleggen hoe de VS en de SU vóór de Tweede Wereldoorlog zich alleen richtten op zichzelf.

Slide 2 - Diapositive

Waarom bemoeiden de VS en de SU zich vóór de Tweede Wereldoorlog nauwelijks met elkaar?
A
De leiders van de landen mochten elkaar niet
B
Beide landen hadden binnenlandse problemen
C
Moderne communicatiemiddelen ontbraken nog
D
Alle aandacht ging naar nazi-Duitsland

Slide 3 - Quiz

Wat waren die binnenlandse problemen dan?
A
VS: opbouw communisme SU: herstel economische crisis
B
SU: opbouw communisme VS: herstel economische crisis
C
VS: opbouw economische crisis SU: herstel communisme
D
VS: Japanse aanval op Pearl Harbor SU: Duitse viel het land binnen

Slide 4 - Quiz

Je kunt uitleggen hoe de VS en de SU vóór de Tweede Wereldoorlog zich alleen richtten op zichzelf.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 5 - Quiz

5.1 leerdoel 2
Je kunt uitleggen hoe de VS en de SU bondgenoten werden toen zij mee gingen doen in de Tweede Wereldoorlog.

Slide 6 - Diapositive

De Russen drongen de Duitsers vanaf 1943 steeds verder terug vanuit het
A
oosten
B
westen
C
noorden
D
zuiden

Slide 7 - Quiz

De Amerikanen/Canadezen/Britten drongen de Duitsers vanaf 1944 steeds verder terug vanuit het
A
westen
B
oosten
C
zuiden
D
noorden

Slide 8 - Quiz


Aan de oever van de (...) rivier de Elbe schudden Amerikaanse en Russische soldaten elkaar vriendschappelijk de hand.

Slide 9 - Question ouverte

Je kunt uitleggen hoe de VS en de SU bondgenoten werden toen zij mee gingen doen in de Tweede Wereldoorlog.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 10 - Quiz

5.1 leerdoel 3
Je kunt uitleggen hoe de SU na de Tweede Wereldoorlog omging met de ‘bevrijdde’ Oost-Europese landen.

Slide 11 - Diapositive

Wat is de juiste zin over het Russische leger dat Duitsland versloeg?
A
Al snel bleek dat de Russische bevrijders eigenlijk bezetters waren.
B
Al snel bleek dat de Russische bezetters eigenlijk bevrijders waren.
C
Antwoord A en B zijn allebei goed
D
A en B zijn allebei fout

Slide 12 - Quiz

Stalin wilde de Sovjet-Unie zo beschermen tegen een toekomstige (...) aanval, want hij vertrouwde de (...) landen niet. Welk woord staat op beide plekken?

Slide 13 - Question ouverte

Oost-Europeanen die de (...) van de nazi's hadden overleefd, kregen nu te maken met de (...) van de communisten. Welk woord staat op beide plekken?

Slide 14 - Question ouverte

Je kunt uitleggen hoe de SU na de Tweede Wereldoorlog omging met de ‘bevrijdde’ Oost-Europese landen.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 15 - Quiz

5.1 leerdoel 4
Je kunt uitleggen hoe de VS met hun containmentpolitiek de Koude Oorlog voerden.

Slide 16 - Diapositive

Containment betekent in het Nederlands:

Slide 17 - Question ouverte

Wat wilden de Amerikaanse presidenten indammen met de containmentpolitiek?
A
kapitalisme
B
communisme
C
nationaalsocialisme
D
fascisme

Slide 18 - Quiz

De Koude Oorlog was een (...) tussen de SU+bondgenoten en de VS+bondgenoten.

Slide 19 - Question ouverte

Je kunt uitleggen hoe de VS met hun containmentpolitiek de Koude Oorlog voerden.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 20 - Quiz

5.1 leerdoel 5
Je kunt uitleggen hoe de NAVO en het Warschaupact langs het IJzeren gordijn de Koude Oorlog voerden.

Slide 21 - Diapositive

De ondoordringbare grens tussen het democratische westen en het communistische oosten noemen we het

Slide 22 - Question ouverte

Militair bondgenootschap onder leiding van de SU
A
NAVO
B
Warschaupact
C
Koude Oorlog
D
IJzeren Gordijn

Slide 23 - Quiz

Militair bondgenootschap van VS en bondgenoten
A
NAVO
B
Warschaupact
C
Koude Oorlog
D
IJzeren Gordijn

Slide 24 - Quiz

Brak er daadwerkelijk een oorlog uit tussen beide bondgenootschappen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

De leiders van de VS en de SU wisten dat na de uitvinding van de atoombom de prijs van een oorlog onbetaalbaar hoog zou zijn. Omdat er in Europa geen echte oorlog uitbrak, wordt deze periode ook wel de Koude Oorlog genoemd.

Wat wordt bedoeld met de prijs?
A
Atoombommen zijn erg duur om te maken
B
Oorlog voeren kost nou eenmaal veel geld
C
Het zou teveel levens kosten
D
Het zou teveel schade aanbrengen aan de wereld

Slide 26 - Quiz

Je kunt uitleggen hoe de NAVO en het Warschaupact langs het IJzeren gordijn de Koude Oorlog voerden.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 27 - Quiz

Introductie 5.2 les 1/2
Een korte kennismaking met de nieuwe paragraaf

Slide 28 - Diapositive

Je kunt uitleggen hoe het kapitalistische systeem van de VS eruitzag.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 29 - Quiz

Je kunt uitleggen hoe het communistische systeem van de SU eruitzag.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 30 - Quiz

Bij kapitalisme hoort
A
vrijheid
B
gelijkheid

Slide 31 - Quiz

Bij communisme hoort
A
vrijheid
B
gelijkheid

Slide 32 - Quiz

Zet de woorden 'vrijheid', 'gelijkheid' en 'welvaart' (hoe rijk je bent) in jouw juiste volgorde van hoe belangrijk je het vindt. Het woord dat je als eerst opschrijft is het belangrijkst voor je; het woord dat je als laatste opschrijft het minste. Schrijf eronder waarom je deze keuze maakt.

Slide 33 - Question ouverte

Klaar met de LessonUp.
Kijk in ons team wat je nu gaat lezen en maken van 5.1.

Ga daar nu mee aan de slag.
Succes!

Slide 34 - Diapositive