Herhaling H1 Pincode

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herhaling H1 

Wat heb je nodig?

Wat gaan wij deze les doen?

- H1 kort bespreken                                    10 minuten 

- Quiz maken                                                  10 minuten 

- Zelfstandig herhaal- en rekenopdrachten 15 minuten 

Blader door het boek

Voor welke begrippen + rekenonderdelen wil je meer uitleg over krijgen?

Wat is een behoefte?

Welk goed behoort tot de basisbehoeften?

1. Bier
2. Water
3. Computer
4. Telefoon

Welke dienst behoort tot de basisbehoeften?

1. Kapper
2. Dokter
3. Ortho
4. Nagelstyliste

Product

Dienst

Reparatie aan je fiets

Les economie

Blikje cola

Taxi rit

Ipad

Frietje oorlog

Vakantie ticket

Het nieuwe schooljaar is weer begonnen en Dean heeft de volgende schoolspullen gekocht: 1 etui van € 5 , 2 potloden van € 1,- per stuk en 6 rollen kaftpapier van € 0,50 per stuk Wat was de gemiddelde prijs van 1 artikel?

Geld waarover je kunt beschikken, dus het bedrag wat je ergens aan uit kunt geven noemen we...

1. Behoefte
2. Budget

0

Welk begrip past bij het vorige filmpje?

1. Commerciële beïnvloeding
2. Sociale beïnvloeding

Erwin neemt een proefabonnement op de krant. Normaal kost dit abonnement € 15,-. Nu krijgt Erwin 27% korting. Wat betaalt Erwin nu voor het proefabonnement? Leg je antwoord uit met een berekening!

Wat is een vergelijkend warenonderzoek?

Wat doet de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)?

Consumentenorganisaties zijn er om de consument te steunen. Welke steun mag je van een consumentenorganisatie verwachten?

1. Advies aan bedrijven over consumenten
2. Controle op de Warenwet
3. Betrouwbare informatie over producten
4. Uitleg over je rechten als consument

Wanneer je een nieuw product koopt, dan wil je dat dit een deugdelijk product is. Wanneer het toch (te) snel kapot gaat, dan heb kun je ermee terug gaan naar de winkel, omdat je je garantie hebt. Wat kan de winkelier dan doen?

Amy heeft de volgende uitgaven in de maand: € 120 aan huishoudelijke uitgaven, € 600 aan vaste lasten en € 150 aan incidentele uitgaven. Amy heeft een weekloon van € 200. Heeft Amy dan een tekort of een overschot en welk bedrag heeft zij tekort of over?

1. Tekort, € 3,33
2. Over, € 3,33
3. Tekort, € 70
4. Over € 70

Tess krijgt € 20 zakgeld per maand en krijgt om de 2 weken € 15,- voor het oppassen. Welk bedrag heeft Tess per maand te besteden?

Jesse wil voor zijn verjaardag over 5 maanden een nieuwe telefoon kopen van € 1500. Hij heeft al € 800 bij elkaar gespaard. Zijn ouders leggen € 400 bij. Welk bedrag moet Jesse per maand reserveren om die telefoon te kunnen kopen op zijn verjaardag?

1. € 50
2. € 60
3. € 300
4. € 400

Hoe heet het tabel
waar inkomen en
uitgaven in staan?

Hoe verwacht je dat je de toets over hoofdstuk 1 gaat maken?

Goed, ik vond de lesstof niet zo moeilijk.

Goed, alle lesstof is uitgebreid behandeld.

Ik weet het niet, maar ik ga ervoor!

Dit wordt een drama. Ik zie op tegen de rekenvragen.

Een goede voldoende moet wel lukken.

Ga in stilte aan de slag

- blz 30 + 31

nakijken 

- blz 34 + 35

nakijken 

Kom bij vragen naar mijn bureau 

Einde 

Veel succes met leren voor de toets! Leer de samenvatting en maak de oefentoets nog een keer nadat je alles geleerd hebt! De antwoorden van de oefentoets staan in Magister!