les 69 voorzetsels

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Afsluiting

LES 69 

Lesdoel
Ik leer wat voorzetsels zijn en hoe ik ze gebruik.

Voorzetsels

Taalverzorging

Belangrijk

Een voorzetsel is een woordsoort waarmee je aangeeft
waar of wanneer iets is.

Vaak staan voorzetsels voor een zelfstandig naamwoord.

- De vaas staat op de tafel.

- Zie ik je nog voor de vakantie?

Belangrijk

Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel:

 - Houden van

 - Wachten op

Voorzetseluitdrukkingen zijn vaste groepjes woorden met
een voorzetsel:

- Met betrekking tot

- Door middel van

Andere voorbeelden

Belangrijk

Let goed op het verschil tussen ‘na’ en naar’!

Zelf aan de slag

Wat?	Werk aan les 69, opdracht 1 t/m 14
Hoe?	Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?	Lezen in je leesboek of bezig met de minitijdschrift
Tijd?	30 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Ik weet wat voorzetsels zijn en hoe je ze gebruikt (R)

- Ik kan voorzetsels herkennen in een zin  (T1)

- Ik kan in een zin of bij een werkwoord het juiste werkwoord gebruiken (T2)

- Ik kan zelf een goede zin maken waarin ik een gegeven voorzetsel gebruik (I)

Doel bereikt?