Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Muziekinstrumenten
Slide 1 - Diapositive
Doel:
Jullie gaan kennismaken met de verschillende groepen instrumenten en kunnen uit elke groep een instrument noemen
Slide 2 - Diapositive
Welke instrumenten ken je al?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Vidéo
1. Hoeveel pijpen heeft het grootste orgel van Nederland?
A
10.000
B
5.000
C
7.600
D
4.300
Slide 5 - Quiz
2. Waarmee wordt de lucht in het orgel geblazen?
A
blaaspomp
B
blaasbalg
C
blaaspijp
D
blaasfluit
Slide 6 - Quiz
4 Groepen
Slaginstrumenten
Blaasinstrumenten
Snaarinstrumenten
Strijkinstrumenten
Slide 7 - Diapositive
Slaginstrumenten
Drumstel
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
3. Hoe zorgt de drummer op straat ervoor dat niet elke slag hetzelfde klinkt?
Slide 11 - Question ouverte
Blaasinstrumenten
Trompet
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Vidéo
4. In het eerste filmpje hoorde je de saxofoon en in het tweede filmpje de trompet. Welk instrument vind jij mooier klinken en kun je uitleggen waarom?
Slide 15 - Question ouverte
Snaarinstrumenten
Gitaar
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
5. Welke instrument is geen snaarinstrument?
A
basgitaar
B
harp
C
piano
D
mondharmonica
Slide 18 - Quiz
Strijkinstrumenten
Viool
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
6. Waarom noem je de viool en de cello strijkinstrumenten?